452232.69.12 · 06/2008 · Rei
Montage- en gebruiksaanwijzing
WWP S 6IH - WWP S 11IH
7 Montage
7.3
Aansluiting aan warmtebron
De aansluiting dient als volgt te worden uitgevoerd:
de glycolwaterleiding op het vertrek en de terugloop van de warmtepomp aansluiten.
Daarbij moet het hydraulische basisschema in acht genomen worden.
OPGELET!
In de warmtebroningang van de warmtepomp moet het bijgevoegde filter worden
gemonteerd om de verdamper tegen verontreiniging te beschermen.
Bovendien moet een afscheider van microluchtbellen in het warmtebronsysteem wor-
den ingebouwd.
Het glycolwater moet voor het vullen van de installatie worden vervaardigd. De glycol-
waterconcentratie moet minimaal 25% zijn. Hierdoor is een vorstvrijheid tot -14 °C ge-
waarborgd.
Er mogen uitsluitend antivriesmiddelen op monoethyleenglycol- of propyleenglycolba-
sis worden gebruikt.
Het warmtebronsysteem moet worden ontlucht en op dichtheid worden gecontroleerd.
OPGELET!
Het glycolwater moet ten minste voor 25% uit een antivriesmiddel op
monoethyleenglycol- of propyleenglycolbasis bestaan en moet voor het vullen worden
gemengd.
7.4
Elektrische aansluiting
Op de warmtepomp moeten de volgende elektrische aansluitingen worden verricht:
aansluiting van de stuurleiding op het schakelpaneel van de warmtepomp via de
klemmen X1: L/N/PE.
Aansluiting van de vermogenkabel op het schakelpaneel van de warmtepomp via de
klemmen X5/X6: L1/L2/L3/PE.
Aansluiting van de glycolwaterpomp (ter plaatse) op het schakelpaneel van de
warmtepomp via klem X1: PE en pompbeveiliging K2: 2/4/6. Optioneel kan een
eenfasige glycolwaterpomp worden gebruikt (zie daartoe het klemmenaansluit-
schema).
Alle voor de werking van de warmtepomp noodzakelijke elektrische componenten be-
vinden zich op het schakelpaneel.
Exacte aanwijzingen over de aansluiting en het functioneren van de warmtepomprege-
laar (bv. bijgesloten buitenwandvoeler) vindt u in de bijgevoegde gebruiksaanwijzing
van de regelaar.
Een alpolige afschakeling met minimaal 3 mm contactopeningsafstand (bv. EVB-veilig-
heidsschakelaar of veiligheidscontact) evenals een 3-polige vermogensschakelaar met
één uitschakeling voor alle buitenkabels moeten worden aangebracht. De benodigde
kabeldoorsnede moet conform het verbruik van de warmtepomp, de technische aan-
sluitvoorwaarden van de betreffende elektriciteitsmaatschappij en de geldende voor-
schriften worden bepaald. Het verbruik van de warmtepomp vindt u bij de productinfor-
matie of op het typeplaatje. De aansluitklemmen zijn voor een kabeldoorsnede van max.
10 mm² ontworpen.
OPGELET!
Let bij het aansluiten van de vermogenkabel op het rechtsdraaiende veld (bij een foutief
draaiveld heeft de warmtepomp geen capaciteit en maakt veel lawaai).
10