Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Montage; Keuze Van De Standplaats; Aanwijzingen Bij De Montage; Algemeen - Rittal SK 3138000 Montage-, Installatie- En Bedieningshandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

3. Montage

3.1

Keuze van de standplaats

Neem bij kiezen van de locatie van de behuizing de volgende
aanwijzingen in acht:
De standplaats en daarmee de plaatsing van de dakventila-
tor dient zodanig te worden gekozen dat een goede be- en
ontluchting is gewaarborgd.
De standplaats dient vrij van sterke verontreiniging en vocht
te zijn.
De dakventilator dient altijd op een horizontaal vlak onderdeel
(dak) te worden gemonteerd.
De omgevingstemperatuur dient lager te zijn dan de toelaat-
bare behuizingsbinnentemperatuur.
De op het typeplaatje van het aggregaat vermelde netaansl-
uitgegevens dienen te zijn gewaarborgd.
3.2

Aanwijzingen bij de montage

3.2.1

Algemeen

Let op of de verpakking niet is beschadigd.
Elke verpakkingsschade kan de oorzaak zijn van een latere
storing.
Opmerking:
Het ingangsfilter dient een voldoende luchtuitwisseling
te garanderen.
De kast dient aan alle zijden te zijn afgedicht (IP 54). Bij on-
dichte behuizingen kan er ongefilterde en verontreinigde lucht
in de behuizing terechtkomen.
Bij de ventilatormotor gaat het om een draaiend component
dat trillingen kan overdragen.
Door de installatiebouwer dienen al maatregelen te zijn geno-
men voor trillingsontkoppeling.
Bij het transport is een bevestiging van de dakventilator
conform paragraaf 3.3.2 of paragraaf 3.3.3 noodzakelijk om
beschadigingen te voorkomen.
3.2.2
Opbouw van de elektronische componenten in de
behuizing
Let op de luchtstroom van de ventilatoren van de elektronica-
componenten.
Bij de installatie dient erop te worden gelet dat de luchtstro-
men van de ventilator en de elektronicacomponenten elkaar
niet beïnvloeden (luchtkortsluiting).
De betreffende minimumafstanden tussen ventilator en com-
ponent dienen te worden aangehouden, zodat een ongehin-
derde luchtcirculatie is gewaarborgd.
Rittal dakventilator
3.2.3
Algemeen
Verwijder zorgvuldig de scherpe randen van de montageuit-
sparing om letsel te voorkomen.
De inbouwpositie van de dakventilator in de montageuitspa-
ring kan vrij worden gekozen. De positie dient af te worden
gestemd op de positie van de elektrische aansluiting in de
kast.
Voor het behalen van de beveiligingsgraad IP 21 zijn geen
filtermatten noodzakelijk.
Let op een volledig inhaken van de vergrendelingen om zeker
te zijn van een goede bevestiging van de dakventilator in de
dakuitsparing.
De filtermatten kunnen worden uitgenomen om een hogere
luchtverplaatsing te bereiken. Dit verlaagt de beschermings-
graad naar IP 21 en UL Type 1.
Gebruik uitsluitend originele Rittal-filtermedia met het Rittal-
logo om de beschermklasse, luchtverplaatsing en garantie te
waarborgen.
De beschermklasse van de dakventilator kan tot IP 55
worden verhoogd. Hiervoor worden de vouwfilters vervan-
gen door Rittal-filtermatten SK 3174100. De zijde met het
Rittal-opschrift moet richting de ventilator wijzen (zie para-
graaf 3.3.4).
Let op: de luchtverplaatsing wordt hierdoor gereduceerd.
Gegevens hierover vindt u in de karakteristieken op internet.
Afhankelijk van het stofgehalte dient het filter regelmatig te
worden gecontroleerd. Aanbeveling: uiterlijk na 2000 be-
drijfsuren en indien nodig vervangen.
De kap op de bodembak kan naar keuze worden uitgericht.
7

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave