5. Inbedrijfstelling
◾
Schakel de stroomtoevoer naar de dakventilator in nadat alle
montage- en installatiewerkzaamheden zijn afgerond.
De dakventilator functioneert automatisch, d.w.z. de ventilator
draait na het inschakelen van de voedingsspanning.
–
De EC-dakventilator gaat draaien met een vertraging van ca.
15 seconden.
6. Inspectie en onderhoud
◾
Koppel de elektrische aansluitkabel van de dakventilator los
van het stroomnet.
–
De ingebouwde onderhoudsvrije ventilator is voorzien van
kogellagers, is beschermd tegen het binnendringen van vocht
en stof en is uitgerust met een temperatuurbewaking.
–
De verwachte levensduur bedraagt minimaal 50.000 be-
drijfsuren (L10, 40 °C).
De dakventilator is daardoor nagenoeg onderhoudsvrij.
–
De componenten kunnen bij zichtbare verontreiniging van tijd
tot tijd m.b.v. een stofzuiger of perslucht worden gereinigd.
–
Hardnekkige, olievlekken kunnen met een niet-brandbaar
reinigingsmiddel worden verwijderd.
◾
Gebruik geen brandbare vloeistoffen voor het reinigen van het
apparaat.
Volgorde van onderhoudswerkzaamheden
◾
Controleren van de verontreinigingsgraad: Ventilatorbehuizing
indien nodig uitzuigen of met perslucht reinigen.
◾
Filterverontreiniging: Filter vervangen.
◾
Geluidsniveau van de ventilatoren: controleren.
7. Opslag en ontmanteling
De opslag van de dakventilator moet binnen
het in de technische gegevens gespecificeerde
temperatuurbereik plaatsvinden.
Het afvoeren van de ventilator kan via de
Rittal-fabriek plaatsvinden. Neem contact met
ons op.
Rittal dakventilator
15