7.
Elk apparaat in het CZone-netwerk heeft een uniek CZone-adres: de Dipswitch. Dit nummer
moet overeenkomen met de fysieke DIP-switchinstellingen. Wanneer er verbinding is met het
systeem: selecteer een nummer in de vervolgkeuzelijst of voer zelf een waarde in.
8.
Optie: druk op de knop Advanced Settings om de geavanceerde instellingen te configureren.
Neem er nota van dat er alleen twee tabbladen zijn als de optie Bidirectioneel is geselecteerd.
Een voor de hoge zijde (36/48 V) en een voor de lage zijde (12/24 V). Elk met dezelfde
instellingen.
Voor een ander type accu's dan 'User defined':
9.
- selecteer de Charge Method (3-Step+ of Constant voltage)
- NMEA 2000-instanties worden gebruikt om een onderscheid te maken tussen verschillende
monitoringbronnen. PGN's zijn identificatoren voor volgende informatie. Zie pag. 32 voor een
overzicht van ondersteunde PGN's.
- voer een Name in
- voer de Maximum Current in
- selecteer in het dropdownmenu Remote Input Mode het vereiste activeringsniveau:
o Active Low: actief bij een ingangsspanning van 0-0,5 V
o Active high: actief bij een ingangsspanning van 3-32 V
o Off: altijd actief
- Selecteer Enable Treshold als u de instellingen wilt wijzigen.
Mac Plus – Gebruikers- en Installatiehandleiding
35