Snelstartgids
5.2
Sluit de kabel(s) aan op de transmitter
1. Zorg dat de voeding is losgekoppeld.
2. Verwijder de drie schroeven uit het deksel van de transmitterbehuizing en til
het vervolgens op.
Het deksel op de metalen behuizing kan op het scharnier blijven rusten. Plaats
een voorwerp onder het deksel om te voorkomen dat de transmitter omvalt.
3. Voer de kabel door de kabelwartel/doorvoerbuis.
4. Sluit de kabeldraden aan:
a. Sluit de draden voor de 3101 aan volgens
b. Sluit de draden voor de 3102 aan volgens
c. Sluit de draden voor de 3105 aan volgens
5. Sluit de kabelafscherming/mantel slechts aan één uiteinde aan op een
geschikt aardpunt.
6. Breng het deksel weer aan, draai de kabelwartel aan en sluit de voeding aan.
Opmerking
De Rosemount 3101 en 3102 zijn niet intrinsiek veilig en mogen alleen in
niet-explosiegevaarlijke installaties (normale locatie) worden gebruikt.
Als HART-communicatie vereist is (beschikbaar op de Rosemount 3102 en
3105), moet er in de kring een belastingsweerstand van 250 ohm
(minimaal), 0,25 watt worden aangebracht. Bij gebruik van de
Rosemount 3102 of 3105 transmitter met een regeleenheid van de
Rosemount 3490 Series is deze weerstand niet nodig.
Afbeelding 3. Bedradingsschema voor Rosemount 3101
3101
A. De maximale kabellengte is 3000 m (9750 ft)
B. Sluit de afscherming/mantel van de kabel aan op de aarde in de regelkamer
C. Dikte kabel: Ø 4 tot 8 mm (Ø 0,15 tot 0,31 inch)
D. Gedraaide, afgeschermde aderparen
Minimumgrootte: 0,22 mm
E. Ten minste 12 V d.c. vereist bij de transmitter voor een goede werking
8
E
2
(24 SWG / 23 AWG); maximum: 1,5 mm
Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding
C
A
November 2018
3.
4.
5.
0 V d.c.
12 tot
30 V d.c.
D
B
2
(16 SWG/18 AWG)