Snelstartgids
6.3
Installatie voor stroming in een open kanaal
Monteer de ultrasone transmitter boven een plaats waar de vloeistof helder is.
Monteer de transmitter niet direct boven een binnenkomende stroom. Hang de
transmitter nooit op aan de kabel.
De positie van de transmitter is van cruciaal belang. De transmitter moet op de
juiste afstand stroomopwaarts van de doorstromingsconstructie worden
gemonteerd, zoals voorgeschreven door de voor uw land relevante norm.
Zo moet bijvoorbeeld volgens de ISO-normen de afstand vier tot vijf keer de
maximale hoogte van het water (Hmax) zijn voor een dunwandige overloop of
drie tot vier keer Hmax voor een stroomgoot. Voor optimale nauwkeurigheid
moet het meetvlak van de transmitter aangebracht worden op een hoogte die
gelijk is aan de som van de maximale stroomdiepte plus de dode zone van de
transmitter van 300 mm (12,2 inch) plus nog eens 50 mm (2 inch).
Afbeelding 8. Keuze van de hoogte boven een vloeistofstroom
A. Voorvlak transmitter
B. Hmax
C. Bodemreferentie transmitter = Hmax + 300 mm (12,2 inch) + 50 mm (2 inch)
De bodemreferentie van de transmitter moet gerelateerd zijn aan de op het
primaire meetinstrument
Afbeelding 9. Bodemreferentie voor een stroomgoot of overloop
D
C
A. Bodemreferentie transmitter
B. Bodem van primair middel (bijv. stroomgoot, overloop)
12
A
C
B
(Afbeelding
9) ingevoerde referentiewaarde.
A
B
November 2018
C. Aanvoerkanaal
D. Stroomrichting