Met de Rotex condensatieketel heeft u een bijzonder gebruiksvriendelijke en onderhoudsarme ketel
aangeschaft. Hoogwaardige materialen garanderen een lange levensduur. Door moderne
verbrandings- en regeltechnologie bespaart u energie en werkt u mee aan een beter milieu.
Veiligheid: Bij alle werkzaamheden aan het verwarmingssysteem moet de
hoofdschakelaar afgeschakeld en tegen inschakelen beveiligd worden. Alle werken
aan het verwarmingssysteem mogen enkel door een erkende verwarmingsvakman
uitgevoerd worden. Hetzelfde geldt voor werken aan het elektrische deel van de
installatie. Bovendien moeten de geldende elektrische voorschriften nageleefd
worden. Verkeerd uitgevoerde installaties kunnen gevaarlijk zijn en leiden tot het
verlies van de garantie. Alle waarschuwingen en veiligheidsvoorschriften moeten
opgevolgd worden.
De gebruiker is verplicht binnen de 4 weken na de opstart een meting te laten uitvoeren van de
uitlaatgassen
Beknopte beschrijving: Schakelbord / Regeling
Alle belangrijke bedieningselementen van de ketel zijn in het schakelbord geïntegreerd. De elektronica
zorgt voor een storingsvrije werking van het systeem. De belangrijkste functies zijn in deze
handleiding kort beschreven. Ook de beveiligingsfuncties zijn in dit schakelbord geïntegreerd. Op het
LCD-display (pos.14) of door de storingslampjes (2, 3) wordt de betreffende storing aangegeven. Voor
uitvoerige informatie en uitleg, raadpleeg de gebruikshandleiding.
2
1
1. Netschakelaar
Om de ketel te laten inschakelen of uitschakelen moet deze schakelaar bediend worden. Wanneer het
toestel aangeschakeld is, licht deze knop groen op. Alle overige storingslampjes zijn bij normale
werking uit.
2. Storingslampje brander
Dit lampje toont een storing bij de opstart van de brander. Deze storing kan via de vakmanknop (13)
gewist worden en de brander start opnieuw op. Als de storing regelmatig terugkomt moet de
installateur verwittigd worden.
3 Niveau water
Toont het niveau in het reservoir: als het eerste lampje (V) brandt is het waterpeil ok, als het tweede
lampje (bij de gieter) brandt, moet er water toegevoegd worden.
4 Manometer
Toont de waterdruk in de installatie. De zwarte wijzer moet zich in het groen gedeelte bevinden en
rechts van de rode wijzer. Wanneer de installatiedruk onder de door de rode wijzer aangegeven
minimumdruk ligt moet er water bijgevuld worden. Wanneer deze storing regelmatig terugkomt moet
de installateur verwittigd worden.
5 Regeling: Stuureenheid THETA 23R
13
10
11
12
3
5
14
7
8
6
9
15
4
2