Advertenties
Beschrijving van pannes
Panne
Installatie werkt niet
Geen enkele aanduiding op display
Verwarming warmt niet genoeg
Sanitair warm water is niet warm
Sanitair warm water is niet warm genoeg
Ventilator van de brander draait niet
ondanks uitdrukkelijke vraag
Geen ontsteking
Brander slaat niet aan ondanks de
uitdrukkelijke vraag
Luidruchtige werking
Maximaal vermogen van de brander
onvoldoende
Mogelijke oorzaak
Geen stroomtoevoer
Verwarmingscurve te laag
Sanitair warm waterfunctie
niet aangeschakeld
Ingestelde temperatuur te
laag
Reeds te veel warm water
afgenomen
Vermogen van de brander te
laag
Geen stroomtoevoer aan de
brander
Stekkers van de module zijn
losgekoppeld
Ventilatormotor defect
(kogellagers versleten)
Ontstekingselektrodes
kortgesloten
Ontstekingselektrodes te ver
van elkaar
Ontstekingselektrodes
bevuild of vochtig
Ontstekingselektrodes
verbrand
Isolatie defect
Ontstekingskabel oververhit
Ontstekingsautomaat defect
Geen stroomtoevoer aan de
brander, kabel defect of
slechte stekkerverbinding
Vlamcontrole doet de brander
in veiligheid gaan
Geen gasdruk
Lucht in de gastoevoer
Gasventiel staat niet open
Geen ontsteking
Slecht geregelde brander
Ventilatorgeluid
Ingevoerde parameters
volstaan niet
Te groot leidingsverlies in de
luchtinlaat of uitlaatgasafvoer
Mogelijke oplossing
Hoofdschakelaar van het toestel aanschakelen
Zekering controleren/vervangen
Hoofdzekering controleren/vervangen
Verwarmingscurve verhogen
Controleer de instelling bedrijfsmodus,
schakeltijden of parameters
Verhoog de warmwatertemperatuur
Minder warm water afnemen, debiet verminderen
Zie panne: max vermogen te laag
Connecteer de 3-polige fiche met veiligheid op de
ventilator, controleer de spanning op de klemmen
L-N van de driepolige stekker.
Connecteer 5-polige fiche op het ventiel
Controleer de aansluiting van de stekker op de
ontstekingsmodule. Druk de stekker in tot aan de
stop
Vervang de ventilator
Regelen of vervangen
Regelen
Reiniging
Vervangen
Elektrodes vervangen
1.
Kabel vervangen
2.
Oorzaak opsporen en
herstellen
Vervangen
Toestand van de kabel controleren,
stekkerverbinding op ontstekingsmodule en
bedieningspaneel controleren. Stekker
aandrukken tot aan de stop
Controleer de positie van de ionisatie-elektrodes
en de staat van de ionisatiekabel (positie,
beschadigingen)
Controleren van de gasaansluiting
Gasaansluiting ontluchten
Controleer de verbinding tussen de
ontstekingsmodule en het gasventiel: staat kabel,
stekkerverbindingen
Het gasventiel controleren ( onderdruk tijdens de
voorafgaande ventilatie, geen druk tijdens
ontsteking); regelen
Indien geen resultaat: ontstekingseenheid
vervangen
Controleer de aansluiting van de
ontstekingskabels
Controleer de positie van de
ontstekingselektrodes
Regeling brander controleren en regelen
Maximaal vermogen verminderen (eventueel
vervangen)
De vermogensparameters aanpassen
Controleer de eigenschappen van de leidingen,
eventueel vervangen door leidingen met een
grotere diameter
14
Advertenties
