L
11 Afvoer berekening
De mogelijkheden van afvoerlengtes en de eventuele stuw zijn vastgelegd in een
stuwentabel (zie hoofdstuk 12). In deze tabel wordt gewerkt met een verticale en een
horizontale lengte.
•
Voor de bepaling van de verticale lengte moeten alle lengtes van de afvoerbuizen in
de verticale richting opgeteld worden.
De dakdoorvoer telt altijd voor 1 meter
-
•
Voor de bepaling van de horizontale lengte moeten alle lengtes van de afvoerbuizen
in de horizontale richting opgeteld worden:
elke 90° bocht in het horizontale gedeelte telt voor 2 meter.
-
elke 45° bocht in het horizontale gedeelte telt voor 1 meter.
-
Bochten van verticaal naar horizontaal of omgekeerd tellen niet mee voor
-
de berekening.
De geveldoorvoer telt altijd voor 1 meter.
-
Als er onder 45° versleept wordt moeten de werkelijke verticale en horizontale lengtes
berekend worden.
11.1 Aandachtspunten:
•
De maximale schoorsteenlengte is 12 meter.
•
Er mag nooit met een 90° of 45° bocht vanaf het toestel worden gestart
•
Er moet altijd gestart worden met 1 meter verticaal, indien de horizontale
versleping meer is dan 1 meter.
•
Er mag nooit met een inkortbare pijp vanaf het toestel worden gestart.
15 <
<
<
<