Voicemail
Elke voicemail neemt alleen de oproepen aan die via de bijbehorende lijn binnenkomen (vast
telefoonnet of bijbehorend VoIP-nummer). Om alle oproepen op te nemen, moet u voor het
vaste telefoonnet en de VoIP-lijn beide een voicemail configureren.
Verbinding via het vaste telefoonnetwerk: U heeft de voicemail bij de netwerkpro-
vider aangevraagd.
De voicemail wordt automatisch via de bijbehorende verbinding opgebeld. Een gede-
finieerd automatisch regionummer voor uw toestel wordt niet voor het nummer
geplaatst.
De weergave van de voicemail wordt via de toetsen van het toestel gestuurd (cijfer-
codes). Voor VoIP dient u in de webconfigurator aan te geven hoe de cijfercodes
moeten worden omgezet in DTMF-signalen en hoe ze moeten worden verstuurd.
Vraag bij uw VoIP-provider na, welke vorm van DTMF-signalering hij ondersteunt.
Voicemail in-/uitschakelen / Nummer invoeren
Elke handset kan de voicemails beheren die aan zijn inkomende lijnen zijn toegewezen.
¤
. . . met
evt. met
lijn selecteren
Voor het vaste telefoonnet
¤
. . . met
nummer van de voicemail invoeren resp. wijzigen.
Voor het in- en uitschakelen van de voicemaildienst voor de vaste telefoonlijn gebruikt
u het telefoonnummer en een functiecode van uw netwerkprovider. Eventueel
contact opnemen met uw netwerkprovider voor meer informatie.
Voor VoIP-lijn
Voicemail in-/uitschakelen:
Nummer invoeren:
Instelling opslaan:
Antwoordapparaat selecteren
OK . . . vervolgens
¤
Status . . . met
¤
Voicemail
resp. wijzigen
Bij sommige VoIP-aanbieders wordt het telefoonnummer al
samen met de algemene providergegevens op het basisstation
geladen.
¤
Opslaan
OK
Aan of Uit selecteren
. . . met
nummer van de voicemail invoeren
Voicemail
Voicemail
OK
Opslaan
. . .
55