Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Gigaset E380 A Care Gebruikshandleiding pagina 114

Inhoudsopgave

Advertenties

Webconfigurator
Of de soort DTMF-signalering expliciet definiëren:
Geluid of RFC 2833 als de DTMF-signalen akoestisch (in spraakpakketten) moeten worden
verstuurd.
SIP-info als de DTMF-signalen als codes moeten worden verstuurd.
Op breedbandverbindingen (G.722-codec wordt gebruikt) kunnen DTMF-signalen
niet in het audiopad (Geluid) worden verstuurd.
Oproepomleiding (doorverbinden) configureren voor VoIP
De instellingen voor oproepomleiding voert u in het onderdeel Gesprek doorverbinden in op
de webpagina:
¤
Instellingen
Telefonie
Een externe oproep aan een VoIP-lijn kan met de R-toets worden doorverbonden naar een
tweede externe deelnemer (afhankelijk van de provider).
Instellingen voor het omleiden van oproepen aanvullen resp. wijzigen:
Oproepomleiding inschakelen door verbreektoets. De beide externe deelnemers worden
met elkaar verbonden door het indrukken van de verbreektoets
Directe oproepomleiding inschakelen. De oproep kan worden omgeleid voordat de tweede
deelnemer zich meldt.
Oproepomleiding met de R-toets uitschakelen als de R-toets met een andere functie moet
worden geprogrammeerd (
R-toetsfunctie definiëren voor VoIP (Hook Flash)
De functie van de R-toets definieert u op de webpagina:
¤
Instellingen
Telefonie
Uw provider ondersteunt eventueel bijzondere functies. Om een dergelijke functie te kunnen
gebruiken, moet het toestel een bepaald signaal (datapakket) naar de SIP-server sturen. U kunt
dit "signaal" als R-functie onder de R-toets van de aangemelde handsets programmeren. Voor-
waarde: de R-toets wordt niet gebruikt voor oproepomleiding (instelling bij levering).
Als u tijdens een VoIP-gesprek op de R-toets drukt, wordt het signaal verstuurd. Hiervoor moet
op de telefoon de DTMF-signalering via SIP-infomeldingen ingeschakeld zijn (zie hierboven).
Lokale communicatiepoorten voor VoIP definiëren
De instellingen voor de communicatiepoort vindt u op de webpagina:
¤
Instellingen
Telefonie
De volgende communicatiepoorten worden gebruikt voor internettelefonie.
SIP-poort: communicatiepoort waarmee de telefoon (SIP-) signaleringsgegevens ontvangt.
Bij levering is het standaard poortnummer 5060 ingesteld voor de SIP-signalering.
RTP-poort: per VoIP-verbinding worden twee opeenvolgende RTP-poorten (elkaar opvol-
gende poortnummers) gebruikt. Via de ene poort worden spraakgegevens en via de andere
besturingsgegevens ontvangen. Bij levering is voor de overdracht van spraak standaard het
poortnummerbereik 5004 - 5020 ingesteld.
Deze instellingen hoeven alleen te worden gewijzigd als de poortnummers al door andere
gebruikers in het LAN worden gebruikt. U kunt dan andere vaste poortnummers of poortnum-
merbereiken voor SIP- en RTP-poort definiëren.
114
Uitgebreide VoIP-instellingen
"R-toetsfunctie definiëren voor VoIP (Hook Flash)").
Uitgebreide VoIP-instellingen
Uitgebreide VoIP-instellingen
.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Sl450a go

Inhoudsopgave