Inhoudsopgave
Advertenties
Toets 2 - L2- Gebruikers wachtwoord
Druk op toets 2 om het gebruikerswachtwoord te wijzi-
gen (zie figuur 32).
n Wachtwoord invoeren of wijzigen
Selecteer de optie WIJZIG, het display zal figuur 32 to-
nen; in deze fase:
Alfanumeriek toetsenpaneel Gebruik het alfanume-
rieke toetsenblok om de laatste 5 cijfers van het gebrui-
kerswachtwoord in te voeren.
+
Om het gebruik van hetzelfde wachtwoord voor
meerdere gebruikers te vermijden, als het eerste
cijfer van het wachtwoord, moet de Gebruiker het
nummer invoeren die overeenkomt met deze posi-
tie, zie het volgende.
Het eerste cijfer voor de Gebruiker 1: is 1
Het eerste cijfer voor de Gebruiker 2: is 2
Het eerste cijfer voor de Gebruiker 3: is 3
Het eerste cijfer voor de Gebruiker 4: is 4
Het eerste cijfer voor de Gebruiker 5: is 5
Het eerste cijfer voor de Gebruiker 6: is 6
Het eerste cijfer voor de Gebruiker 7: is 7
Het eerste cijfer voor de Gebruiker 8: is 8.
Pijltoetsen Geen functie is gerelateerd aan de toets
Omhoog, Omlaag, Rechts en Links;
ESC toets
Kort drukken: Het invoeren van het
wachtwoord onderbreken en afsluiten;
Lang drukken: alle ingevoerde cijfers wissen.
ENTER toets Gebruik de toets ENTER om het wacht-
woord te bevestigen en om het wachtwoord-verificatie-
proces te starten.
+
Als een verkeerde of leeg wachtwoord is ingevoerd
wordt de tweede pagina in Figuur 32, weergege-
ven gedurende 5 sec.
Naam van bedieningspaneel
Toegangsniveau
Panel
FC501
GEBRUIKER 1
voer NIEUWE wachtwoord in
kies 1 als eerste teken
[_____]
Veld voor het invoeren van het wachtwoord
a)
Panel
Fc501
Gebruiker
FOUT WACHTWOORD
Figuur 32 Display: Gebruikerswachtwoord wijzigen
24
Als het knippert,
betekent dit dat het
De Status van het
bedieningspaneel
paneel normaal werkt
lev.2:
WIJZIG
lev.2:
WIJZIG
Adresseerbare brandmeldcentrales
Toets 3-DAG/NACHT
Als de toets 3 wordt ingedrukt, is het mogelijk de bedie-
ningsmodus van het bedieningspaneel te wijzigen: Dag
of nacht modus.
De Dag-achtmodus wordt telkens omgewisseld bij het
indrukken van de toets 3.
+
Het indicatorlampje van de Dagmodus
dert van status.
n Dag/Nacht modus
Het bedieningspaneel kan werken in DAG of NACHT
modus. Als het systeem functioneerd in de DAG mo-
dus, wordt de afstel status vastgehouden totdat het sys-
teem is stilgezet (d.w.z. totdat nieuwe alarmen of
storingen op doen). Als het systeem functioneerd in de
NACHT modus, wordt de afstel status vastgehouden
totdat de afsteltijd van de Nachtmodus is verstreken bij
het opstarten (standaard) zal het systeem in NACHT
modus worden ingesteld. Tijdens deze bedrijfsmodus
worden afgestelde alarmstoringen niet automatisch
hersteld.
+
Dit bedieningspaneel genereert onmiddellijk een
alarm als alarmvoorwaarden tijdens de Nacht mo-
dus worden gedetecteerd of als een alarm wordt
geactiveerd vanuit een brandmelder.
Toegangsniveau
Systeem
PANEEL NAAM
[--------------------]
^
Cursor (max. 20 tekens)
Figuur 33 Paneellabel weergeven
veran-
Als het knippert,
betekent dit dat het
De Status van het
paneel normaal
bedieningspaneel
werkt
lev. 2 : WIJZIG
Panel
FC501
Naam van bedieningspaneel
FC501
Advertenties
Inhoudsopgave
