Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Log-Parameters-Weergeven; Parameters Weergeven - FireClass FC501 Gebruikershandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor FC501:
Inhoudsopgave

Advertenties

Lees de volgende sectie nauwkeurig door om een alge-
meen beeld te krijgen over het gebruik van de Program-
mering voor de gebruikers. Voor meer informatie over
de parameters van elke fase, zie de desbetreffende pa-
ragraaf in het hoofdstuk "PROGRAMMEREN VANAF
EEN PC" van de Installatiehandleiding.
Vanaf Hoofdpagina kan de Gebruiker beheren zonder
toegangscode:
Ø Parameters weergeven (Gebruik 1 = ANALISEER)
Ø Bekijk Log (Gebruik 3 = Log bekijken of 1 =
ANALISEER en gebruik dan toets 8)
Ø Bekijk Lijsten (Gebruik 4 = MEER en dan 2)
en met de gebruikerstoegangscode kan men in het
menu het volgende:
Ø Wijzig
Ø Uitschakelen
n Parameters weergeven
Het Display (Figuur 17) toont hoe de verschillende pa-
rameters kunnen worden beheerd:
In deze fase:
Alfanumeriek toetsenpaneel Gebruik het alfanume-
rieke toetsenblok om de verschillende weergavefunc-
ties te selecteren:
1= Lus: start de procedure voor de selectie en de weer-
gave van de lusgegevens;
2= Element: om de selectie te activeren en de sequen-
tie van de real-time gegevens van de luselementen te
visualiseren;
3= SW groep: activeert de selectie en de weergavepro-
cedure voor de gegevens betreffende alle SW-zones;
4 = Uitgang: activeert de selectie en de weergavepro-
cedure voor de gegevens betreffende een uitgang;
5= Netwerk: start de procedure voor het weergeven
van alle elementen (Nevenpanelen en MFI-module) op
Naam bedieningspaneel
P
anel
1=Lus
5=Netwerk
9=FW vers.
Opties
Figuur 17 Display: Parameters weergeven.

LOG-PARAMETERS-WEERGEVEN

Toegangsniveau
FC501
2=Element
6=Communic.
0=Paneel
LOG-PARAMETERS-WEERGEVEN
het RS485-netwerk;
6 = Communic: activeert de weergavevolgorde voor
alle hoofdgegevens van de communicatie-units;
7 = Optie: activeert de weergavevolgorde voor alle lo-
kaal geprogrammeerde systeemo;
8= Log: start de procedure voor de weergave van ge-
logde gebeurtenissen;
9= Fw ver.: start de procedure voor het weergeven van
FW versies van alle processen in het paneel;
0= Paneel: start de procedure voor de weergave van
alle paneel gegevens.
Pijltoetsen Geen functie is gerelateerd aan de toets
Omhoog, Omlaag, Rechts en Links.
ESC toets Gebruik de ESC toets om terug te gaan
naar de HOOFDPAGINA.
ENTER toets Geen functie is gerelateerd aan de
ENTER toets.
De Status van het
bedieningspaneel
lev.1: ANALISEER
3=SW groep
4=Uitgang
7=Optie
8=Log
Als het knippert,
betekent dit dat het
paneel normaal werk
15

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave