so not Deze brandmeldcentrale kan alleen worden gepro-
grammeerd met de Software FireClass Console 1.0 of
hoger.
Bedieningspaneel FW ver. 1.0 of hoger.
TYCO zijn niet verantwoordelijk voor schade als gevolg
van onjuiste toepassing of gebruik. Dit bedieningspaneel
is ontworpen en vervaardigd volgens de hoogste kwali-
teits- en prestatienormen. Installatie van dit bedienings-
paneel moet strikt in overeenstemming met de in deze
handleiding beschreven instructies worden uitgevoerd,
en in overeenkomstig met de plaatselijke regelgeving en
geldende voorschriften. De FC501 brandmeldcentrale
voldoet aan de essentiële vereiste normen EN54-2:
1997+A1:2006; EN54-4: 1997+A1:2002+A2:2006; EN
54-21.
De fabrikant behoudt zich het recht voor om de techni-
sche specificaties van deze producten te wijzigen zonder
voorafgaande kennisgeving.
Informatie over recycling
De fabrikant adviseert klanten zich op een milieuvriende-
lijke wijze te ontdoen van afgedankte elementen (pane-
len,
detectoren,
sirenes,
Eventuele methodes omvatten het hergebruik van on-
derdelen van het gehele producten en het recycleren van
producten, onderdelen en/of materialen.
Richtlijn betreffende afgedankte elektrische en elek-
tronische apparatuur (AEEA)
In de Europese Unie geeft deze label aan dat dit pro-
duct niet via het huishoudelijk afval mag worden afge-
voerd. Het moet worden gedeponeerd bij een geschikte
faciliteit om herwinning en recycling mogelijk te maken.
OPMERKING- De FC501 brandmeldcentrale kan kan ver-
schillende adresseerbare elementen ondersteunen (De-
tectors, Modules, Handbediende brandmelders, enz.).
Deze handleiding bevat instructies voor de programmering
hiervan, maar voor meer informatie over de elementen en
hun accessoires kunt u www.fireclass.net bezoeken.
en
andere
elementen).
Onderhoud
Om ervoor te zorgen dat het systeem normaal blijft functi-
oneren, moet het regelmatig worden door de gebruiker
getest en periodiek onderhouden door de installateur uit-
gevoerd in overeenstemming met de plaatselijke voor-
schriften.
+
Voor het onderhoud van andere elementen zoals de-
tectors, modules, enz. volgt u de toegewijde instruc-
ties voor de betreffende elementen.
De volgende handelingen moeten regelmatig worden uit-
gevoerd.
A Met een vochtig doek (GEBRUIK GEEN ENKELE
OPLOSMIDDEL) om stof van het bedieningspaneelkast
te verwijderen.
B Met de Lamptest toets, controleert u of de led's en
zoemer goed functioneren.
C Zorg ervoor dat de accu's voldoende zijn opgeladen en
goed functioneren. Anders moeten deze onmiddellijk wor-
den vervangen.
D Zorg ervoor dat alle kabels en verbindingen intact zijn.
E Zorg ervoor dat er geen enkele vreemde objecten zich
in het bedieningspaneel bevinden.
F Zorg ervoor dat het bedieningspaneel geschikt is voor de
verwerking van een brandalarm en dat de sirene (indien
aanwezig is in het systeem) wordt geactiveerd na afgaan
van dit alarm. Als er een faciliteit is voor de transmissie van
brandalarmsignalen naar een meldkamer, dan moet u hier-
voor ervoor zorgen dat het signaal correct wordt ontvangen.
G Controleer de huidige werking van het circuit voor de
detectie van een aardlek. De procedure is als volgt:
Ø Sluit één van de SH polen van de lus aan op de paneel-
massa (aarde);
Ø controleer of de storing correct door de brandmeldcen-
trale wordt gemeld;
Ø verwijder de verbinding die u eerder aanbracht.
Punten A en B kunnen door gebruikers worden uitgevoerd.
Punten C, D, E, F en G moeten uitsluitend door gekwalifi-
ceerd personeel worden uitgevoerd.