8.4 Opmerkingen over elektrisch aansluiten
• De maximale belasting van de relais mag niet worden overschreden. Bescherm de relais zo
nodig tegen overbelasting met een extra externe zekering.
• Houd de externe kabels zo kort mogelijk; rol overtollige kabel niet op.
• Bij te sterke temperatuurveranderingen kan het apparaat tijdelijk uitvallen. In extreme
gevallen kan een handmatige reset nodig zijn.
• Het product is niet veiligheidsrelevant en er is dan ook geen SIL/ASIL-niveau aan
toegekend.
Het apparaat moet elektrisch worden aangesloten door een specialist.
Voorkom kortsluiting en koppel de minpool (aarde/massa) los als u het apparaat
aansluit.
Sluit de minpool van de accu van de auto pas weer aan als het apparaat volledig is
aangesloten en u de aansluitingen heeft gecontroleerd.
Houd u aan de aanwijzingen van de fabrikant van de auto zodat er geen
opgeslagen gegevens van de auto (bijv. de radiocode) verloren gaan.
Controleer de spanning op de kabels uitsluitend met een voltmeter of een LED-
spanningstester. Normale testlampen verbruiken namelijk erg veel stroom en
kunnen het elektrische systeem van de auto beschadigen.
Let er bij het trekken van de kabels op dat ze niet bekneld raken of over scherpe
randen komen te liggen. Plaats een rubberen tule in de doorvoeropeningen.
Als u sensorkabels in de kofferbak plaatst, gebruik dan een rubber mantel o.i.d. om
te voorkomen dat de isolatie van de kofferbak aangetast wordt.
Als u de draden in de deurstijl plaatst, zorg er dan voor dat ze geen
veiligheidsrelevante apparaten verstoren (bijv. zij-airbags). Plaats geen kabels in
het werkingsgebied van de airbag.
19