ningseindstoppen.
In het geval van obstakeldetectie voor de activatie
van de naderingsschakelaar tijdens het openen,
stopt de deurvleugel; nadat de naderingsscha-
kelaar geactiveerd is, stopt de deurvleugel tegen
het obstakel.
In het geval van obstakeldetectie tijdens het slu-
iten en voor de activatie van de naderingsscha-
kelaar, gaat de deurvleugel terug open; nadat
de naderingsschakelaar geactiveerd is, stopt de
deurvleugel tegen het obstakel.
Voorbeeld 5 – deurvleugel stopt tegen de ein-
dschakelaar tijdens het openen en tegen de
<MAX
<MAX
mechanische eindstop tijdens het sluiten en
OM=OFF
keert de beweging om in het geval van obsta-
TM
TC
RP
TR
R1
keldetectie.
U W V X Z Y
15 14 13 12 11 0 0 1 1 2 3 4 5 6 7 8 9 20 41
Stel een werkingstijd in van 2-3 seconden langer
dan de effectieve tijd die de deurvleugel nodig heeft
(TM<MAX) en plaats de naderingsschakelaars 2-3
Closing
M1
proximity switch
1~
seconden voor de mechanische eindstop. Verbind
Opening limit switch (230 V 5A)
de openingseindschakelaar NC in serie met de
openingsfase van de motor.
In deze opstelling stopt de deurvleugel tegen de
mechanische eindstop tijdens het sluiten en als de
relatieve eindschakelaar geactiveerd is tijdens het
openen. Wanneer een obstakel gedetecteerd wordt
tijdens het openen, stopt de deurvleugel. In het ge-
val van obstakeldetectie tijdens het sluiten en voor
de activatie van de naderingsschakelaar, gaat de
deurvleugel terug open; nadat de naderingsscha-
kelaar geactiveerd is, stopt de deurvleugel tegen
het obstakel.
38