5
Bediening van het hoofdmenu
Bediening
▶ Wanneer de standaardweergave actief is, menutoets indrukken om het hoofdmenu te
openen.
▶ Keuzeknop draaien om Warmwater te markeren en keuzeknop indrukken.
▶ Keuzeknop draaien om Circulatie te markeren en keuzeknop indrukken.
Het menupunt Bedrijfsmodus is gemarkeerd.
▶ Keuzeknop indrukken.
▶ Keuzeknop draaien om Als warmwatersysteem te markeren en keuzeknop indruk-
ken.
De bedieningseenheid werkt met de gewijzigde instellingen. De circulatiepomp is al-
leen in bedrijf, wanneer de warmwaterbereiding actief is.
▶ Keuzeknop draaien om Eigen klokprogramma te markeren en keuzeknop indrukken.
Het klokprogramma voor circulatie is onafhankelijk van het klokprogramma voor
warmwaterbereiding. De schakeltijden kunnen in het menu Circulatie > Mijn circu-
latieklokprogr. individueel worden ingesteld (bediening zoals in hoofdstuk 5.2.2
vanaf pagina 16). In de tijdsperioden is de circulatie telkens in- of uitgeschakeld.
▶ Keuzeknop draaien om uit of aan te markeren en keuzeknop indrukken.
De bedieningseenheid werkt met de gewijzigde instellingen. In de fases met uit is de
circulatiepomp altijd uit.
Tabel 24 Instellingen voor circulatie aanpassen
5.4
Instellingen voor een verwarmd zwembad
Dit menu dient ter aanpassing van de voor een verwarmd
zwembad beschikbare instellingen.
Menu: Zwembassin
Menupunt
Beschrijving
Zwembassin-
Wanneer de zwembassin-verwarming hier is
verwarming
ingeschakeld, wordt het zwembad ver-
inschakelen
warmd.
Zwembassin-
Het water in het zwembad/zwembassin
temperatuur
wordt op de hier ingestelde temperatuur
opgewarmd.
Bijverwar-
Wanneer de bijverwarming voor het zwem-
ming zwem-
bad/het zwembassin is toegelaten, kan de
bassin
gewenste watertemperatuur met behulp
toelaten
van de bijverwarming ook bereikt worden,
ook al levert de warmtepomp niet voldoen-
de warmte.
Tabel 25 Instellingen voor een zwembassin
24
Resultaat
5.5
Instellingen voor een aanvullend toestel (bij-
verwarming)
Wanneer de warmtepomp in de winter of voor de warmwater-
bereiding niet snel genoeg voldoende warmte levert, is eventu-
eel een aanvullend toestel (een bijverwarming) nodig. De
mogelijkheid bestaat om een elektrische bijverwarming of een
aanvullend toestel (gas-, olie- of houtverwarming via een 3-
wegklep) te gebruiken.
Dit menu is alleen beschikbaar, wanneer een bijverwarming in
de installatie is geïnstalleerd.
5.5.1 Klokprogramma voor het aanvullende toestel
Wanneer u niet thuis bent of om andere redenen een lagere
ruimtetemperatuur voldoende is, kan het energieverbruik door
de begrenzing van de bijverwarming verlaagd worden.
6 720 816 398-29.1O
6 720 807 326-41.1O
HMC300 • 6 720 816 442 (2015/06)