2. Selecteer Security ➙ Password ➙ System Management Password Access Control.
3. Volg de aanwijzingen op het scherm.
Als u het supervisorwachtwoord én het systeembeheerwachtwoord hebt ingesteld, heeft het
supervisorwachtwoord een hogere autoriteit dan het systeembeheerwachtwoord. Als u het
systeembeheerwachtwoord én het systeemwachtwoord hebt ingesteld, heeft het
systeembeheerwachtwoord een hogere autoriteit dan het systeemwachtwoord.
NVMe-wachtwoorden
Met het NVMe-wachtwoord voorkomt u dat onbevoegden toegang hebben tot de gegevens op het
opslagstation. Als er een NVMe-wachtwoord is ingesteld, wordt u telkens als u toegang tot het opslagstation
wilt hebben, om een geldig wachtwoord gevraagd.
• Eén wachtwoord
Als een enkel NVMe-wachtwoord is ingesteld, moet de gebruiker het NVMe-wachtwoord van de gebruiker
invoeren om toegang te krijgen tot bestanden en toepassingen op het opslagstation.
• Dubbel wachtwoord (gebruiker + beheerder)
Het NVMe-wachtwoord voor beheerders wordt ingesteld en gebruikt door een systeembeheerder.
Hiermee heeft de beheerder toegang tot alle opslagstations in een systeem of tot alle computers in
hetzelfde netwerk. De beheerder kan ook een NVMe-wachtwoord voor gebruikers toewijzen voor elke
computer in het netwerk. De gebruiker van de computer kan dit NVMe-wachtwoord voor gebruikers zelf
wijzigen, maar alleen de beheerder kan het NVMe-wachtwoord voor gebruikers verwijderen.
Als u wordt gevraagd een NVMe-wachtwoord in te voeren, drukt u op F1 om te schakelen tussen het NVMe-
wachtwoord voor beheerders en het NVMe-wachtwoord voor gebruikers.
Opmerkingen: Het NVMe-wachtwoord is niet beschikbaar in de volgende situaties:
• Er zijn een opslagstation conform TCG (Trusted Computing Group) Opal en een TCG Opal-
beheersoftwareprogramma geïnstalleerd op de computer en de TCG Opal-beheersoftware is geactiveerd.
• Er is een eDrive-opslagstation vooraf geïnstalleerd op de computer met het Windows-besturingssysteem.
Een wachtwoord instellen, wijzigen of verwijderen
Druk deze aanwijzingen af voordat u begint.
1. Start de computer opnieuw op. Wanneer het logoscherm wordt weergegeven, drukt u op de toets F1 om
het UEFI BIOS-menu te openen.
2. Selecteer Security ➙ Password met de pijltoetsen.
3. Selecteer het type wachtwoord. Volg nu de instructies op het scherm om een wachtwoord in te stellen,
te wijzigen of te verwijderen.
Noteer alle wachtwoorden en bewaar ze op een veilige plaats. Als u een van uw wachtwoorden vergeet,
vallen eventuele vereiste herstelbewerkingen niet onder de garantie.
Wat u moet doen als u het systeemwachtwoord vergeet
Als u het power-on-wachtwoord vergeet, doet u het volgende om het power-on password te verwijderen:
• Als u een beheerderswachtwoord hebt ingesteld en onthouden:
1. Start de computer opnieuw op. Druk zodra het logoscherm verschijnt onmiddellijk op F1.
2. Typ het beheerderswachtwoord om het UEFI BIOS-menu te openen.
3. Selecteer Security ➙ Password ➙ Power-On Password met behulp van de pijltoetsen.
38
X1 Carbon Gen 10 en X1 Yoga Gen 7 Gebruikershandleiding