8. Naam voor de strooitabel invoeren.
Wij raden aan om de strooitabel de naam van de meststof te geven. Zo kunt u
gemakkelijker een meststof aan de strooitabel koppelen.
9. Parameters van de strooitabel bewerken.
Zie hoofdstuk
4.6: Meststofinstellingen in de Expert-modus, pagina
Een strooitabel selecteren:
1. Menu Meststofinstellingen > Strooitabel oproepen.
2. Gewenste strooitabel markeren.
3. Entertoets indrukken.
Het display toont het keuzevenster.
4. Optie Element openen... markeren.
5. Entertoets indrukken.
Het display toont het menu Meststofinstellingen en het geselecteerde
element wordt als actieve strooitabel in de meststofinstellingen gela-
den.
Bij de selectie van een bestaande strooitabel worden alle waarden in het menu
Meststofinstellingen met de opgeslagen waarden uit de geselecteerde strooita-
bel overschreven, waaronder ook het afgiftepunt en het toerental van de aftakas.
Machines met elektrische stelmotoren voor het afgiftepunt: De machi-
nebesturing stuurt de stelmotoren van het afgiftepunt aan op de waarde die
in de strooitabel opgeslagen is.
Aanwezige strooitabel kopiëren
1. Gewenste strooitabel markeren.
2. Entertoets indrukken.
Het display toont het keuzevenster.
3. Optie Element kopiëren markeren.
4. Entertoets indrukken.
Een kopie van de strooitabel staat nu op de eerste vrije plaats van de lijst.
Aanwezige strooitabel wissen
1. Gewenste strooitabel markeren.
2. Entertoets indrukken.
Het display toont het keuzevenster.
3. Optie Element wissen markeren.
4. Entertoets indrukken.
De strooitabel is uit de lijst gewist.
Bediening QUANTRON-A
LET OP
LET OP
4
41.
57