2. Het systeem slaat alle waarschuwingen
op in het logboek, met vermelding van
het tijdstip waarop u de melding hebt
bevestigd.
Zo overbrugt u zones
Het kan zijn dat u wilt voorkomen dat een
zone een alarmmelding genereert. Bijvoor-
beeld, de garagedeur wordt bewaakt door
een detector, maar u wilt hem niet afsluiten
omdat er een pakketje wordt bezorgd. U
kunt in een dergelijk geval het systeem in-
schakelen en de betreffende zone overbrug-
gen. Vooropgesteld dat uw installateur deze
functie heeft geprogrammeerd overbrugt u
die zone als volgt:
1. Open het gebruikersmenu met
door uw code.
Menu
Zones overbruggen >
2. Met Y selecteert u Zones overbruggen.
De onderste regel toont de eerste van de
beschikbare zones.
3. Ga met of naar de gewenste zone.
4. Met markeert u de zone voor overbrug-
ging.
De letter aan het eind van de regel veran-
dert in de 'O' van Overbruggen.
Als u zich vergist toetst u nogmaals
waarop de letter weer verandert in de 'A'
van AAN.
5. Herhaal de stappen 2 en 3 voor andere
zones die u wilt overbruggen of wilt in-
schakelen.
6. Toets Y om de wijzigingen op te slaan.
U kunt een zone overbruggen voor één in- en
uitschakel cyclus. De volgende keer moet u
opnieuw aangeven welke zones u wilt over-
bruggen.
Zo bekijkt u het logboek
Het systeem houdt een logboek bij, bijvoor-
beeld: alarmmeldingen en wie het systeem
heeft in- of uitgeschakeld.
1. Open het gebruikersmenu met
door uw code.
2. Met bladert u door de reeks submenu's
totdat op de onderste regel van het dis-
play verschijnt Logboek.
Waarschuwing: In het centrale controlepa-
neel is netspanning aanwezig. Het centrale
controlepaneel bevat geen onderdelen die
onderhoud behoeven.
Blz. 4
3. Toets Y.
Het display toont u de meest recente
gebeurtenis uit het logboek.
4. Met en bladert u door het logboek.
Met gaat u naar het verleden, met
naar het heden.
5. Toets voor een meer gedetailleerde
beschrijving van de gebeurtenis, bijvoor-
beeld de namen van de zones of de ge-
bruikers (voorzover die geprogrammeerd
zijn).
6. Toets om het logboek af te sluiten.
Verklaringen van conformiteit
i-on50EX en i-on160EX:
Deze producten zijn geschikt voor toepassing
gevolgd
in systemen die voldoen aan richtlijn PD 6662:
2010 klasse 2, klasse 3 en milieuklasse II.
Deze producten voldoen aan de Europese richt-
lijn EN50131-3 klasse 2, klasse 3 en milieu-
klasse II.
Deze producten voldoen aan de Europese
richtlijn EN50131-6:2008 klasse 2, klasse 3 en
milieuklasse II.
i-on30EX, i-on16 en i-on40:
Deze producten zijn geschikt voor toepassing
in systemen die voldoen aan richtlijn PD 6662:
2010 klasse 2 en milieuklasse II.
Deze producten voldoen aan de Europese richt-
lijn EN50131-3 klasse 2 en milieuklasse II.
Deze producten voldoen aan de Europese richtlijn
EN50131-6:2008 klasse 2 en milieuklasse II.
Indien voorzien van de juiste communicator
voldoen deze producten aan de Europese richt-
lijn EN 50136-1.
Hierdoor voldoet de alarmoverdracht aan de
Europese richtlijn EN 50131-1:2006 ATS 2
indien:
1. Geïnstalleerd volgens de instructies van de
installatiehandleiding.
2.
Het aangesloten telefoonnetwerk normaal
functioneert.
gevolgd
Indien de installateur kiest voor een configura-
tie die niet aan de richtlijnen voldoet dienen de
betreffende labels te worden verwijderd.
© Cooper Safety B.V. 2012
Alles is in het werk gesteld om er voor te zorgen dat de
inhoud van deze handleiding correct is. Echter, noch de
samenstellers, noch Cooper Safety B.V. accepteren enige
aansprakelijkheid voor verlies of beschadiging, direct of
indirect het gevolg van, of gesteld te zijn veroorzaakt door
dit document. De inhoud van deze handleiding kan zonder
voorafgaande aankondiging worden gewijzigd.
Documentnr. 12234639.
Gedrukt en gepubliceerd in het VK.
15/06/2012