Zo schakelt u het systeem in
1. Ga naar het bedieningspaneel en toets uw
toegangscode (of houdt uw tag voor het
bedieningspaneel).
OF - volledig inschakelen
Toets A
2.
.
3. Ga weg via de voorgeschreven uitgang.
Het paneel geeft het uitloopsignaal. Het
display toont de resterende uitlooptijd:
Inschakelen:Voll
10 seconden
OF - gedeeltelijk inschakelen
Toets B (of C of D)
2.
3. Verlaat de ruimte.
Het paneel geeft het uitloopsignaal. Het
display toont de resterende uitlooptijd:
Inschakelen:Voll
10 seconden
Volledige inschakeling
Na afloop van de uitlooptijd stopt het waar-
schuwingssignaal; u hoort twee piepjes ter
bevestiging. Het display toont gedurende
enige seconden de melding "Systeem inge-
schakeld". Afhankelijk van de systeempro-
grammering kan de flitser een kort signaal
geven. Als het systeem is ingeschakeld toont
het display de standby informatie.
Afhankelijk van de systeemprogrammering
tonen de LED's of het systeem volledig (A),
of gedeeltelijk (B, C of D) is ingeschakeld.
Zo schakelt u het systeem uit
Wijk niet af van de inlooproute die door de
installateur is bepaald als u het systeem gaat
uitschakelen. Als u dit wel doet veroorzaakt u
een alarmmelding.
1. Kom binnen via de voorgeschreven in-
gang of inlooproute.
Het bedieningspaneel geeft het inloop-
signaal. Het display toont de resterende
inlooptijd.
2. Ga rechtstreeks naar het bedienings-
paneel en toets uw toegangscode, of
houdt uw tag voor het paneel.
3. Het bedieningspaneel stopt het waarschu-
wingssignaal. Het systeem is uitgescha-
keld.
Zo zet u de sirene uit
1. Als de sirene klinkt heeft het systeem een
alarmmelding gestart.
2. Als het veilig is om naar binnen te gaan:
Ga naar het bedieningspaneel en toets uw
toegangscode of houdt uw tag voor het
paneel.
Blz. 2
.
De sirene stopt.
Het display toont de eerste zone die de
alarmmelding heeft veroorzaakt.
Reset vereist
Inbr Z04 Alarm
3. Toets Y om het systeem te herstellen.
4. Het systeem keert terug naar standby en
kan weer ingeschakeld worden.
Als het systeem niet wil
inschakelen
Normaliter kan het systeem alleen inscha-
kelen als alle detectoren in rust zijn; dat wil
zeggen: zij melden geen activiteit. (Dit geldt
niet voor de detectoren van de in- en uitloop-
route, want het systeem verwacht hier uw
beweging als u de beveiligde ruimte verlaat.)
Als u probeert in te schakelen terwijl een of
meer detectoren actief zijn toont het display
de melding "INSCHAKELFOUTEN" en welke
zones actief zijn.
U kunt het systeem deze actieve zones laten
"overbruggen" tijdens het inschakelen (zie
hieronder), of vooraf (zie blz. 4).
1. Volg de instructies voor het inschakelen
van het systeem. Als een detector niet
ingeschakeld kan worden ziet u op de
bovenste regel van het display (bijv.):
INSCHAKELFOUTEN
Z02 Tuindeur
2a. Toets Y om door te gaan met inschake-
len. Het systeem schakelt in en overbrugt
de actieve detectoren.
2b Of stop inschakelprocedure met .
Zo schakelt u in met uw
afstandsbediening
Opm.: Het centrale controlepaneel moet
eerst de afstandbediening leren herken-
nen, zie de Beheerdershandleiding.
Transmissie
LED
Volledig
inschakelen
Gedeeltelijk
inschakelen
Uitschakelen
Sluit alle ramen en deuren. Kijk of het sys-
teem standby is en zorg dat u de signalen
van het bedieningspaneel kunt horen.
Afstands-
bediening
A
Niet in
B
gebruik