De 5 opties onder Mode zijn beschikbaar om de geluidsin-
stelling op vijf frequenties in te stellen: 120 Hz, 500 Hz, 1.5
kHz, 5 kHz and 10 kHz. Om de waarden van deze vijf fre-
quentie-opties te wijzigen, kies één van de opties met of
met en druk vervolgens op om de frecentie te verho-
gen, of op om deze te verlagen.
Druk om de instellingen voor de equalizer op te slaan op
of op van de optie Bewaren.
AVL instellen
De functie Automatische Volume Beperking (AVL) normali-
seert de geluidsweergave om een vaststaand uitgangsniveau
voor de verschillende zenders te verkrijgen, ondanks hun uit-
eenlopend geluidsniveau. Druk op of op om deze
functie AAN en UIT te zetten.
Om de instellingen op te slaan:
De of toets in de optie BEWAREN indrukken om de
instelling in het geluidsmenu op te slaan of druk op OK.
Automatisch opslaan:
Het laatste volumeniveau wordt automatisch opgeslagen.
Beeldmenu
Om de beeldinstellingen te wijzigen:
Druk op M, nu bent u in het hoofdmenu. Kies in het hoofd-
menu BEELD met behulp van de of de knop, en ga
vervolgens naar het beeldmenu door of in te drukken.
Opmerking: Als de beeldinstelling niet MANUEEL is, kun-
nen de opties HELDERHEID, KONTRAST en KLEUR niet
met de of knoppen bereikt worden.
Fabrieksinstellingen:
Druk in het beeldmenu op de flasback (
spronkelijke fabrieksinstellingen te herstellen.
Helderheid instellen:
U kunt de instelling van de Helderheid alleen wijzigen wan-
neer de manueel beeldinstelling gekozen is.
Gebruik de of de knop om Helderheid te selecteren.
Druk op om de Helderheid te verhogen.
Druk op om de Helderheid te verlagen.
Downloaded from:
http://www.usersmanualguide.com/
WPGV H@
76G6 IT
Ã
TU@S@PÃÃTU6I9
HP IP
XD9@ÃTVSSP VI9
VDU
CPP A9U@G@APP I
@RV 6GDa@S
6WG
66I
Ã
76G6 IT
HP IP
TU@S@PÃÃTU6I9
XD9@ÃTVSSP VI9
VDU
CPP A9U@G@APP I
@RV 6GDa@S
66I
6WG
7@X6S@I
*(/8,'
%((/'
02*(/,-.+('(1
,167(//(1
352*5$0
) knop om de oor-
C@G9@ SC@D9
FPI US6TU
FG@VS
T8C@ SQU@
DI TU@GGDIB
UDIU
X D9@ÃHP9 @
Kontrast instellen:
U kunt de Kontrastinstelling alleen wijzigen als de manueel
beeldinstelling gekozen is.
Gebruik de of de knop om Kontrast te selecteren.
Druk op om het Kontrast te verhogen.
Druk op om het Kontrast te verlagen.
C@G9@ SC@D9
FPI US6TU
FG@VS
T8C@ SQU@
DI TU@GGDIB
UDIU
X D9@ÃHP9 @
Kleur instellen:
U kunt de instelling van de Kleur alleen wijzigen als de ma-
nueel beeldinstelling gekozen is.
Gebruik de of de knop om Kleur te selecteren.
Druk op om het Kleur te verhogen.
Druk op om het Kleur te verlagen.
C@G9@ SC@D9
FPI US6TU
FG@VS
T8C@ SQU@
DI TU@GGDIB
UDIU
X D9@ÃHP9 @
Scherpte instellen:
Gebruik de of de knop om Scherpte te selecteren.
Druk op om de Scherpte te verhogen.
Druk op om de Scherpte te verlagen.
C@G9@ SC@D9
FPI US6TU
FG@VS
T8C@ SQU@
DITU@GGDIB
UDI U
X D9@ÃHP9@
Tint NTSC instellen (Alleen in de AV-instelling):
Gebruik de of de toets om Tint NTSC te selecteren.
Druk op om het Tint NTSC te verhogen.
Druk op om het Tint NTSC te verlagen.
Tint NTSC aanpassen is alleen werkzaam als NTSC 3.58/
4.43 in de AV-instelling toegepast wordt. Het komt niet in
beeld als andere kleursystemen gebruikt worden.
C@G9@SC@D9
FPI US6TU
FG@VS
T8C@ SQU@
UDI UÃÃIUT8
DITU@GGDI B
UDI U
- 36 -
H6 IV@@G
IPS H66G
6VUP
H6 IV@@G
IPS H66G
6VUP
H6 IV@@G
IPS H66G
6VUP
H6IV@@G
IPS H66G
6VUP
H6 IV@@G
IPSH66G