Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

dji Mini 3 Gebruikershandleiding pagina 44

Inhoudsopgave

Advertenties

DJI Mini 3
Gebruikershandleiding
De standaard bedieningsmodus van de afstandsbediening is modus 2. In deze handleiding wordt
modus 2 als voorbeeld gebruikt om te illustreren hoe de joysticks moeten worden gebruikt.
Joystick neutraal/middelpunt: De joysticks zitten in het midden.
Beweging van de joystick: De joystick wordt uit de middenpositie geduwd.
Afstandsbediening
(Modus 2)
42
©
2022 DJI Alle rechten voorbehouden.
Drone
(
Geeft de neusrichting
aan)
Opmerkingen
Gasjoystick: De hoogte van de drone
wijzigt u door de linker joystick omhoog
of omlaag te bewegen. Duw de stick
omhoog om te stijgen en omlaag om
te dalen. Hoe verder de stick van de
middenpositie wordt weggeduwd, hoe
sneller de drone van hoogte verandert.
Duw altijd voorzichtig tegen de joystick
o m p l o t s e l i n g e e n o n v e r w a c h t e
veranderingen in hoogte te voorkomen.
Yaw-joystick (giering): Door de linker
joystick naar links of rechts te bewegen,
bestuurt u de richting van de drone.
Duw de joystick naar links om de drone
tegen de klok in te draaien en naar
rechts om de drone met de klok mee te
draaien. Hoe verder de joystick van de
middenpositie wordt weggeduwd, hoe
sneller de drone zal draaien.
Pitch-joystick (hellingshoek): Het
hellen van de drone wijzigt u door de
rechter joystick omhoog en omlaag te
bewegen. Duw de joystick omhoog om
voorwaarts te vliegen, en naar beneden
om achterwaarts te vliegen. Hoe verder
de joystick van de middenpositie wordt
weggeduwd, hoe sneller de drone zal
bewegen.
Rolstick: Het rollen van de drone wijzigt
u door de rechter joystick naar links of
rechts te bewegen. Duw de joystick naar
links om naar links te vliegen en naar
rechts om naar rechts te vliegen. Hoe
verder de joystick van de middenpositie
wordt weggeduwd, hoe sneller de drone
zal bewegen.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave