Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

DJI Mini 3
Gebruikershandleiding

Uitvalbeveiligde RTH

De actie die de drone uitvoert nadat het signaal van de afstandsbediening is verloren, kan in
DJI Fly worden ingesteld als Return to Home (Terug naar thuisbasis), Landen of Zweven. Als de
actie is ingesteld als Landen of Zweven, wordt Uitvalbeveiligde RTH niet geactiveerd. Als de actie
van tevoren is ingesteld als Terug naar de thuisbasis en als de thuisbasis is geregistreerd, het
GNSS-signaal goed is en het kompas normaal werkt, wordt de uitvalbeveiligde RTH automatisch
geactiveerd zodra het signaal van de afstandsbediening langer dan 11 seconden is verloren.
De drone vliegt 50 m achteruit op zijn oorspronkelijke vliegroute en stijgt naar de vooraf
ingestelde RTH-hoogte om over te gaan op Rechte lijn RTH. De drone komt in de rechte lijn RTH
als het signaal van de afstandsbediening tijdens Uitvalbeveiligde RTH wordt hersteld. Wanneer
de drone achteruitvliegt langs de oorspronkelijke vliegroute en de afstand tot de thuisbasis
minder dan 20 m bedraagt, stopt de drone met achteruitvliegen op de oorspronkelijke
vliegroute en gaat het op de huidige hoogte in de rechte lijn RTH.
Andere RTH-scenario's
Als het videolinksignaal tijdens de vlucht verloren gaat terwijl de afstandsbediening nog steeds
in staat is om de bewegingen van de drone te besturen, verschijnt de melding om RTH te
starten. RTH kan worden geannuleerd.
RTH-procedure (Straight Line - rechte lijn)
1.
De thuisbasis wordt geregistreerd.
2.
RTH wordt geactiveerd.
3.
Als de drone zich op minder dan 20 m van de Thuisbasis bevindt wanneer de RTH begint,
zal het op de plaats zweven en niet terugkeren naar de thuisbasis. Als de drone zich bij het
begin van de RTH verder dan 20 m van de thuisbasis bevindt, keert hij met een horizontale
snelheid van 10,5 m/s terug naar huis.
4.
Na het bereiken van de thuisbasis landt de drone en stoppen de motoren.
• De drone kan niet naar de thuisbasis terugkeren wanneer het GNSS-signaal zwak of niet
beschikbaar is. De drone kan in de ATTI-modus terechtkomen als het GNSS-signaal zwak
of niet beschikbaar wordt na het activeren van uitvalbeveiligde RTH. De drone zal een
tijdje op zijn plaats blijven zweven voordat hij landt.
• Het is belangrijk om vóór elke vlucht een geschikte RTH-hoogte in te stellen. Start DJI Fly
en stel vervolgens de RTH-hoogte in. In RTH stijgt de drone, als de huidige hoogte van de
drone lager is dan de RTH-hoogte, automatisch eerst naar de RTH-hoogte. Als de huidige
hoogte hoger is dan de RTH-hoogte of deze hoogte bereikt, vliegt de drone op de huidige
hoogte naar de thuisbasis.
• Tijdens RTH kunnen de snelheid en de hoogte van de drone met de afstandsbediening
worden geregeld als het signaal van de afstandsbediening normaal is. De drone kan
echter niet naar links of naar rechts worden verplaatst. Wanneer de drone stijgt of
vooruitvliegt, duwt u de joystick volledig in de tegenovergestelde richting om RTH te
verlaten, en de drone remt en blijft zweven.
• GEO-zones kunnen de RTH beïnvloeden. Vermijd vliegen in de buurt van GEO-zones.
• De drone kan mogelijk niet naar de thuisbasis terugkeren wanneer de windsnelheid te
hoog is. Vlieg voorzichtig.
16
©
2022 DJI Alle rechten voorbehouden.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave