DJI Mini 3
Gebruikershandleiding
Intelligent Flight Mode
QuickShots
De opnamemodi van QuickShot zijn: Dronie, Rocket, Circle, Helix en Boomerang. De DJI Mini 3
neemt op volgens de geselecteerde opnamemodus en maakt automatisch een korte video. De
video kan via afspelen worden bekeken, bewerkt of gedeeld op sociale media.
Dronie: De drone vliegt achteruit en omhoog, met de camera op het object gericht.
Rocket: De drone stijgt op met de camera naar beneden gericht.
Circle: De drone vliegt rondjes rondom het object.
Helix: De drone stijgt en draait rond het object.
Boomerang: De drone vliegt in een ovale route rond het onderwerp, stijgt op terwijl het
wegvliegt van het startpunt en daalt terwijl het terugvliegt. Het startpunt van de drone
vormt het ene uiteinde van de lange as van het ovaal, terwijl het andere uiteinde van de
lange as zich aan de andere kant van het object bevindt vanaf het startpunt. Zorg ervoor
dat er voldoende ruimte is bij gebruik van Boemerang. Zorg voor een straal van minimaal
30 meter rond de drone en minimaal 10 meter boven de drone.
Het gebruik van QuickShots
1.
Zorg ervoor dat de Intelligent Flight Battery voldoende is opgeladen. Laat de drone
opstijgen en op ten minste 2 meter boven de grond stilhangen.
2.
Tik in DJI Fly op het pictogram opnamemodus om QuickShots te selecteren en volg de
instructies. Zorg ervoor dat u begrijpt hoe de opnamemodus moet worden gebruikt en dat
er geen obstakels in de omgeving zijn.
19
©
2022 DJI Alle rechten voorbehouden.
2 m