10
5. Bediening
Iedere radiografische voeler bezit een voeler-ID (RF ID).
Deze bestaat uit de laatste 3 cijfers van het serienummer
en de positie van de schuifschakelaar in de voeler (H of L).
De configuratiemodus is geopend en RF ID en Auto
3
lichten op.
De radiografische voeler is ingeschakeld.
3
Met
1
:
· YES: Automatische voelerherkenning inschakelen
(aanbevolen).
· NO: Automatische voelerherkenning uitschakelen.
NO is geselecteerd:
Met
2
bevestigen met
YES is geselecteerd:
- De automatische voelerherkenning wordt gestart.
Auto knippert, terwijl het instrument naar een
ingeschakelde radiografische voeler zoekt.
- Als een radiografische voeler gevonden wordt,
wordt de voeler-ID weergegeven. Wordt geen voeler
gevonden, dan licht NONE op.
Mogelijke oorzaken voor een niet gevonden voeler:
· De radiografische voeler is niet ingeschakeld of
· De radiografische voeler bevindt zich buiten het
· Storingsbronnen beïnvloeden de overdracht
Indien noodzakelijk de mogelijke oorzaken voor de
storing van de overdracht verwijderen en
automatische voelerherkenning met
starten.
de gewenste optie kiezen en bevestigen met
/
de voeler-ID manueel instellen en
de batterij van de radiografische voeler is leeg.
bereik van het meetinstrument.
(bijv. betonijzer, metalen constructies, wanden
of andere barrières tussen ontvanger en zender,
andere zenders op dezelfde frequentie, sterke
elektromagnetische velden.
.
opnieuw