Faxfuncties
4
Wijzig de faxinstellingen met Faxontvangst op apparaat
inschakelen.
•
Type afbeelding: De ontvangen faxberichten converteren naar
PDF of TIFF.
•
Opslaglocatie: De locatie selecteren voor het opslaan van
geconverteerde faxberichten.
•
Prefix: Selecteer een prefix.
•
Ontvangen fax afdrukken: Met deze optie stelt u in dat
gegevens voor de ontvangen fax worden afgedrukt, nadat u de
fax hebt ontvangen.
•
Waarschuwen bij voltooiing: Als een fax wordt ontvangen,
wordt een pop-upvenster geopend met een melding.
•
Openen met standaardtoepassing: Na ontvangst van de fax
wordt de fax geopend met de standaardapplicatie.
•
Geen: Het apparaat meldt het ontvangen van de fax niet bij de
gebruiker en opent de applicatie ook niet.
5
Druk op Opslaan > OK.
38
De ontvangstmodus wijzigen
1
Druk op
(faxen) >
Ontvangstmodus op het bedieningspaneel.
Of selecteer Instelling > Apparaatinst. > Volg. >
Standaardinstelling > Standaard faxen > Algemeen >
Ontvangstmodus op het aanraakscherm.
2
Selecteer de gewenste optie.
•
Fax: hiermee wordt een inkomende faxoproep aangenomen en
wordt onmiddellijk overgeschakeld naar de faxontvangstmodus.
•
Tel: Hiermee ontvangt u een fax door op
vervolgens op
•
Antw.-apparaat/fax: Wordt gebruikt als er een
antwoordapparaat op uw apparaat is aangesloten. Inkomende
oproepen worden beantwoord door het antwoordapparaat en de
beller kan een boodschap op het antwoordapparaat achterlaten.
Als het faxapparaat een faxtoon op de lijn opvangt, schakelt het
automatisch over naar faxmodus om de fax te ontvangen.
Sluit een antwoordapparaat aan op de EXT-uitgang aan de achterkant
van het apparaat om de Antw.-apparaat/fax-modus te gebruiken.
(Menu) > Faxinstel. > Ontvangen >
(On Hook Dial) en
(Start) te drukken.
4. Speciale functies
354