2. Richt het apparaat eerst op het hoogste punt (A) en druk
één keer kort op de toets ON/MEAS (10), voor het uitvoeren
van een meting. Houd het apparaat hierbij zo stil mogelijk
en plaats het met de beide achterkanten vlak op de
ondergrond. De aanslag op de beide achterkanten mag
tijdens de metingen niet wijzigen!
ð De lengte van het traject wordt in de weergave
meetwaarde 1 (18) weergegeven.
3. Richt het apparaat horizontaal op meetpunt (B) en druk één
keer kort op de toets ON/MEAS (10), om de horizontale
afstand te meten.
ð De tweede meetwaarde wordt in de weergave
meetwaarde 2 (19) weergegeven.
ð Het te bepalen traject wordt als resultaat in de onderste
meetwaardeweergave (20) weergegeven.
Tweevoudige indirecte hoogtemeting
Deze methode is bijv. geschikt voor hoogtemetingen, als u niet
op hetzelfde niveau staat als het voetpunt.
Het meetresultaat (a) wordt door het bepalen van de trajecten b,
c en d berekend.
b
c
c
b
a
1. Druk een aantal keren op de toets (11), tot het symbool
voor de tweevoudige indirecte meting
verschijnt.
2. Richt het apparaat eerst op het hoogste punt (A) en druk
één keer kort op de toets ON/MEAS (10), voor het uitvoeren
van een meting. Houd hierbij het apparaat zo stil mogelijk.
Het apparaat moet tijdens de metingen op het
referentiepunt gericht blijven!
ð De lengte van het traject wordt in de weergave
meetwaarde 1 (18) weergegeven.
3. Het apparaat horizontaal uitlijnen (op meetpunt B) en druk
één keer kort op de toets ON/MEAS (10), om de
horizontale afstand te meten.
ð De tweede meetwaarde wordt in de weergave
meetwaarde 2 (19) weergegeven.
4. Richt het apparaat op het laagste punt (C) en druk één keer
kort op de toets ON/MEAS (10), voor het uitvoeren van een
meting.
ð De derde meetwaarde wordt in de weergave
meetwaarde 2 (19) weergegeven.
ð Het te bepalen traject wordt als resultaat in de onderste
meetwaardeweergave (20) weergegeven.
10
A
a=?
a = ?
B
d
C
op het display
Kruislijnlaser gebruiken
De kruislijnlaser projecteert laserlijnen op ondergronden, om
bijv. boorgaten op een rechte lijn te maken, net als met een
waterpas.
Vanuit elke meetfunctie kunt u omschakelen naar de
kruislijnlaser.
Plaats vóór het gebruik van de kruislijnlaser het apparaat in
horizontale positie, bijv. op een waterpas.
1. Druk 5 seconden op de toets ON/MEAS (10).
ð Een toonsignaal klinkt.
ð De laser wordt op het doelvlak weergegeven als haaks
kruis.
2. Druk kort op de toets ON/MEAS (10), voor het omschakelen
naar de puntlaser.
De laser wordt bij het opnieuw inschakelen van het apparaat
standaard als punt weergegeven.
laserafstandsmeetapparaat BD8M
NL