Geavanceerde technieken
Parameters instellen met Menu Mode
Pad Type (Padtype)
TRG3
>tRG3
"SN:XP80
w
q Triggeringang
Zie q Trigger input in de beschrijving van de pagina TRG2.
w Pad Type
Met deze parameter geeft u een type voor de geselecteerde
pad op.
Instellingen
– –
OFF
KK
KP125W/125, KP65 of KU100
XP120/100, XP80, XP70, TP120SD/100,
SN
TP70S/70 of TP65S/65
XP120/100, XP80, XP70, TP120SD/100,
TM
TP70S/70 of TP65S/65
PCY155, PCY150S, PCY135, PCY130SC,
CY
PCY130S/130, PCY100, PCY90 of PCY65S/65
HH
RHH135, RHH130, PCY100, PCY90 of TP65S/65
DT10/20SN (voor snaredrums), DT10/20tomH
(voor high toms), DT10/20tomL (voor low toms),
DT
DT10/20kick (voor kickdrums) of misc1 tot misc4
(voor niet-Yamaha-pads)
Voor dubbele piëzopads
*: Kan alleen worden geselecteerd als de signaal-
bron q Tom1, Tom2 of Kick is.
*: Balansinstellingen kunnen worden uitgevoerd
voor de twee piëzo's (H49 tot H1, 0 of R1 tot
R49). Als er bijvoorbeeld een dubbele piëzopad
is aangesloten op de [wTOM1/!0 ] -aansluiting, is
Tom 1 de kop (H) en Pad 10 de rand (R). Als de
kop geluid produceert als er op de rand wordt
2P
getikt, verplaatst u de balans verder naar de
kant van R om ervoor te zorgen dat de rand
geluid produceert. En als de rand geluid produ-
ceert als er op de kop wordt getikt, verplaatst u
de balans verder naar de kant van H.
>tRG3
"2P:Balance=R 6‚
68
DTX502 Gebruikershandleiding
q
Snare 00%
‚
tom1
0%
Gain
TRG4
>tRG4
Snare 00%
"
Gain=
q Triggeringang
Zie q Trigger input in de beschrijving van de pagina TRG2.
w Gain
Met deze parameter stelt u het niveau van gain (of verster-
king) in dat wordt toegepast op triggeringangssignalen van de
geselecteerde pad. Hoe hoger de versterkingsinstelling, hoe
luider de geluiden die worden geproduceerd bij licht drum-
spel.
Instellingen
1 tot 127
Minimum Level (Minimumniveau)
TRG5
>tRG5
Snare 00%
" MinLeVel= 1% ‚
q Triggeringang
Zie q Trigger input in de beschrijving van de pagina TRG2.
w MinLevel
Met deze parameter stelt u het minimumniveau van het trig-
gersignaal in dat bij de geselecteerde pad moet worden ont-
vangen om een geluid te produceren.
Instellingen
0 tot 99 (%)
q
1
‚
w
q
w