De projector inschakelen
Waarschuwing
• Kijk nooit direct in de projectorlens wanneer de lichtbron aan is. Dit kan schade
aan uw ogen veroorzaken en is vooral gevaarlijk voor kinderen.
• Wanneer u de projector van op een afstand inschakelt met behulp van de
afstandsbediening, moet u ervoor zorgen dat er niemand in de lens kijkt.
• Als het licht van de projector wordt geblokkeerd, wordt het gebied waarop het
licht schijnt warm waardoor het kan smelten, verbranden of vlam vatten. De lens
kan ook warm worden door het gereflecteerde licht waardoor de projector ook
defect kan raken. Om de projectie te stoppen, gebruikt u de knop A/V dempen
of schakelt u de projector uit.
• Wanneer de instelling Dir. inschakelen is ingesteld op Aan in het
menu Bewerking van de projector, wordt de projector ingeschakeld
zodra u deze aansluit. Houd ermee rekening dat de projector ook
a
automatisch wordt ingeschakeld na herstel van een stroomuitval.
• Als u een specifieke poort selecteert als de instelling Autom.
inschakeling in het menu Bewerking van de projector, wordt de
projector ingeschakeld zodra deze een signaal of kabelaansluiting van
deze poort detecteert.
g g Verwante koppelingen
• "Startscherm"
pag.37
• "Instellingen projectorfuncties - Menu Bewerking"
Startscherm
Met de functie Startscherm kunt u gemakkelijk een beeldbron selecteren en
nuttige functies openen. U kunt het Startscherm weergeven door op het
bedieningspaneel of de afstandsbediening op de knop [Home] te drukken. Het
Startscherm wordt ook weergegeven wanneer u de projector inschakelt en er
geen signaal wordt ingevoerd.
pag.184
Druk op de pijlknoppen op het bedieningspaneel of de afstandsbediening om
een menu-item te selecteren en druk dan op [Enter].
Selecteert de bron die u wilt projecteren.
A
Een vinkje verschijnt bovenaan rechts van de huidige ingangsbron.
U kunt een voorbeeld van het huidige ingevoerde beeld voor de meeste bronnen
bekijken als miniatuur (anders dan de USB/ ingangsbron in de modus
Inhoudsweergave).
Projecteert beelden van twee of vier verschillende beeldbronnen tegelijk in een
B
rasterformaat.
Deelt uw geprojecteerde schermafbeelding met andere projectors die verbonden
C
zijn met hetzelfde netwerk.
Toont de Verbindingsgids. U kunt de draadloze verbindingsmethoden
D
selecteren in overeenstemming met de apparaten die u gebruikt, zoals
smartphones of computers.
37