Meerdere projectors gebruiken
Stel dit in op Alles om de kleurtoon voor elke kleur in de batch
aan te passen van niveau 2 tot 8.
a
d
Selecteer Helderheid en pas de waarde aan.
e
Selecteer Rood, Groen of Blauw en pas, indien nodig, de kleurtint aan.
f
Keer terug naar het menu van het hoogste niveau, selecteer het menu
Bewerking en druk op [Enter].
g
Selecteer Helderheidsaanpassing lichtbron en druk op [Enter].
h
Stel Lichtmodus in op Aangepast.
i
Pas het Helderheidsniveau aan.
j
Herhaal meerdere keren stappen 1 tot en met 5 en selecteer telkens om
de niveaus 7 tot en met 1 op dezelfde manier te aan te passen.
k
Druk op [Menu] wanneer u klaar bent.
Het zwartniveau aanpassen
U kunt de helderheid en kleurtint aanpassen van de gebieden waar de beelden
niet overlappen om een naadloos beeld te creëren (EB‑L210SF).
• U kunt de instelling Zwartniveau niet aanpassen wanneer een
testpatroon wordt weergegeven.
a
• Als de waarde Geometrische corr. zeer groot is, zult u wellicht
Zwartniveau niet correct kunnen aanpassen.
• De helderheid en tint kunnen verschillen in gebieden waar de
beelden overlappen, evenals in andere gebieden, zelfs na het
aanpassen van Zwartniveau.
• Als u de instelling Randoverlapping wijzigt, keert de instelling
Zwartniveau terug naar zijn standaardwaarde.
• Alleen beschikbaar wanneer minstens een van de instellingen
Bovenrand, Onderrand, Linkerrand en Rechterrand is ingesteld op
Aan in de instellingen voor Randoverlapping.
110