Let op:
Wanneer de waarde dichter bij de [Highest]
gedetecteerde gevoeligheden is, en wanneer de waarde
dichterbij de [Lowest] ongevoeligheid detecteert.
Additional Detect (Available up to three)
> Om het detectiegebied in te stellen
1. Stel het gewenste algoritme in op [ON].
2. Klik op de knop [Set Zone] of [Set Line].
3. Klik op de linkermuisknop op het scherm om het gebied te
detecteren
-
Intrusion: Wanneer het waargenomen object is
verplaatst naar het gebeurtenissengebied, wordt de
Intrusiegebeurtenis geactiveerd.
-
Object Removal: Wanneer het object
verdwenen is uit het instellingsgebied, wordt de
Objectverwijderingsgebeurtenis geactiveerd.
-
Object Desertion: Wanneer het object in het
instellingsgebied wordt geplaatst, wordt de
Objectverwijderingsgebeurtenis geactiveerd.
-
Crossing Line: Wanneer het waargenomen object door
een instellingslijn gaat, wordt de Kruislijngebeurtenis
geactiveerd.
-
Object Counting: Wanneer het waargenomen
object door een instellingslijn gaat, wordt de
Objecttellinggebeurtenis geactiveerd.
4. Klik op de knop [Save] om de instellingen te bevestigen.
Let op:
•
U kunt max. 3 algoritmen selecteren.
•
Het is mogelijk om in het gebied een achthoek van uit een
driehoek in te stellen, en kan alleen worden ingesteld op
convexe veelhoek.
•
Om de gebiedinstelling te voltooien, klikt u met de
rechtermuisknop. In geval van een achthoek is het klaar
wanneer u op het laatste punt klikt.
•
Als u tijdens het instellen van een gebied op de
rechtermuisknop klikt, wordt het punt geannuleerd.
•
De algoritmen [Intrusion], [Object Removal] en [Object
Desertion] kunnen het detectiegebied instellen en de
algoritmen [Crossing Line] en [Object Counting] kunnen de
detectierichting instellen.
•
Als detectie plaatsvindt, wordt de tekst weergegeven aan
de rechterkant van detectieconfiguratie. ("Gedetecteerd" of
"niet gedetecteerd")
•
Wanneer het gebied instellen en inschakelen van [Object
Removal] en [Object Desertion] klaar is, zal detectie in 10
seconden starten om de oorspronkelijke achtergrond in te
stellen.
•
[Object Removal] en [Object Desertion] worden geactiveerd
wanneer het gedetecteerde object zich 10 seconden lang in
dezelfde staat bevindt.
•
[Object Removal] en [Object Desertion] hebben maximaal 5
minuten nodig om het object als achtergrond te herkennen.
•
Afhankelijk van uw installatieomgeving kan een detectiefout
of vermindering van prestaties van de beeldanalyse
optreden.
26
Triggered Event
Wanneer een incident zich voordoet (VA/door bewegingsdetectie of
sensoractivering/Audio detect) neemt dit apparaat de rechtstreekse
beelden en routes op waarvoor het geconfigureerd is.
Event schedule list
> Incidentenschema bewerken
1. Selecteer de trigger-gebeurtenis en klik op de [Edit]-
knop. Het venster met incidentenschema's verschijnt.
2. Stel de opties in.
•
Trigger: Toon de geselecteerde activerende gebeurtenis
en de huidige status van de activering. De huidige sta-
tus van de activering wordt getoond als On of Off.
•
Time: hier stelt u de dag van de week, de starttijd,
de eindtijd, de pre-alarm- en post-alarmopties en de
opties voor het negeren van het interval in.
•
Action: Hiermee selecteert u de beschikbare opties.
Dit doet zich voor als een incident plaats vindt.
-
FTP(Video) server/SMTP server: Beelden naar
een FTP-server uploaden of een e-mailbericht
versturen.
-
Control relay: Het relais wordt geactiveerd of
gedeactiveerd.
-
SD Card recording: Op een micro-SD-kaart
opnemen wanneer een gebeurtenis zich
voordoet.
-
Move camera to (Geschikt model: [Sensor]
alleen in LNB7210): Schrijf het nummer van
de voorinstelling op, de camera zal naar deze
voorinstelling gaan als de relais geactiveerd is.
-
FTP server(JPEG): stuurt de JPEG-afbeelding
naar de FTP-server. U kunt het type
afbeeldingsbestand en een voorvoegsel
instellen. U kunt de datum/tijd of de volgorde
van het voorvoegsel instellen.
•
Stream: Selecteert de stream van de aangesloten
camera.
3. Klik op de knop [Save] om de instellingen te bevestigen.
Let op:
•
Om deze functie in te stellen moet u de SMTP- en de
FTP-server in de instellingen van de incidentenserver
opnemen.
•
Het opnemen van gebeurtenissen (VA/door
bewegingsdetectie of sensoractivering/Audio detect)
wordt elke 5 minuten "split file" uitgevoerd.
•
De gebruikte stream is profile1 (1e) in het geval van FTP
(JPEG)-transmissie.
•
Wanneer de [External]-modus in het menu [Day/Night]
wordt gebruikt, wordt de [Sensor] gedeactiveerd.
Bediening en instellingen