Focus (Geschikt model: LNB7210)
> Auto: Kies de optie [Auto] in het [Focus] menu en selecteer
vervolgens de volgende modus.
-
Focus Push: Deze functie wordt automatisch geactiveerd
om de focus aan te passen.
-
Focus Reset: De focuspositie staat in de
fabriekstandaardpositie.
-
Manual: Gebruik ,
scherpstelling handmatig aan te passen.
Let op:
•
Wanneer u de lens monteert, drukt u op de knop [Focus
Reset] om uw focus te resetten.
•
Na het scherpstellen van de focus, drukt u op de knop
[Focus Push] om de lens scherp te stellen.
> Day/Night AF: U kunt de AF- functie instellen wanneer de
modus Day/Night (dag/nacht) is omgezet.
-
High / Medium / Low : Selecteer [High], [Middle] of [Low]
van het AF-werk\bereik. Als [High] is geselecteerd, wordt
het breedste AF-werkbereik ingesteld.
-
OFF: De AF-functie mag niet worden gebruikt, wanneer
de modus Day/Night (dag/nacht) wordt omgezet.
Bediening en instellingen
,
, ,
of
knop om de
Exposure
> IRIS: Selecteer de gewenste lensopening voor de belichting
met de camera. Selecteer de optie [IRIS] in het [Exposure]
menu en selecteer vervolgens een waarde.
-
Auto: De lensopening wordt automatisch ingesteld.
-
Manual: Selecteer deze optie bij het gebruik van de lens
voor het handmatig aanpassen van IRIS.
Let op:
Wanneer de [Manual] (handmatig) is geselecteerd, wordt
IRIS gefixeerd in de volledige open toestand. In dit geval
past u de helderheid van de sluiters aan.
> BLC: De tegenlichtcompensatiefunctie van de camera helpt
problemen met de zichtbaarheid in gebieden met veel
lichtcontrasten tegen te gaan.
Let op:
Wanneer de [WDR] is ingesteld op [On], wordt de BLC
gedeactiveerd.
> Dynamic Range Enhancer: Past het contrast van het beeld
automatisch aan om heldere en duidelijke beelden te
leveren.
Let op:
Als de [WDR] is ingesteld op [On], de optie [Off ] van
[Dynamic Range Enhancer] gedeactiveerd. Het past het
niveau van de [WDR] aan.
> De-Fog: Selecteer de waarde voor de mistige mist van de
afbeelding te verwijderen.
Let op:
Als de [De-fog] functie werkt terwijl de [WDR] is
ingeschakeld , gebeuren er alleen de simpele effecten als
Aan/Uit zonder een verschil in het bedrijfsniveau. (Hoog/
Middelmatig/Laag). Omdat de WDR het automatisch aan te
passen ontmisten omvat.
> AGC: Als de beelden te donker zijn, kunt u ze helderder
maken door de maximumwaarde van [AGC] te verhogen.
> Brightness: Pas de helderheid van de beelden aan.
> Shutter Speed: Selecteer de gewenste sluitersnelheid
voor de belichting door de camera. Voor snel bewegende
onderwerpen kunt u een hogere sluitersnelheid kiezen maar
de beelden worden dan wel donkerder.
Let op:
Wanneer de [WDR] is ingesteld op [On], wordt [Minimum]
uitgeschakeld en automatisch aangepast.
13