7 Installeer Uponor Smatrix Base
ruimteruimtethermostaat als
systeemapparaat
7.1 Uponor Smatrix Base T-143
Plaatsing van ruimtethermostaat
•
Zorg ervoor dat de ruimtethermostaat zich uit de buurt van
vochtbronnen en spatwater bevindt (IP20).
ruimtethermostaat labelen
# 0
1
# 0
1
Breng, waar nodig, het nummer van het aan te sturen kanaal aan op
de ruimtethermostaat, bijvoorbeeld nr. S02, nr. S03.
Als een externe voeler, of ingangssignaal, is aangesloten, voegt u,
waar van toepassing, informatie over het voelertype toe.
Beschikbare combinaties van thermostaat en voeler/ingangssignaal:
•
Buitentemperatuur
•
Aanvoertemperatuurvoeler voor omschakelfunctie verwarmen/
koelen
•
Omschakelfunctie Comfort/ECO
•
Omschakelfunctie verwarmen/koelen
56
|
Uponor Smatrix Base Pulse
SD0000014
|
Installatie- en bedieningshandleiding
Sluit de externe voeler, of het ingangssignaal,
aan op de ruimtethermostaat
1.
Steek de twee draden van de voelerkabel/ingang (niet-
gepolariseerd) in de verwijderbare aansluiting.
2.
Draai de schroeven aan om de draden vast te zetten in de
verbindingsklem.
3.
Zet de aansluitklem op de contactpennen van de
ruimtethermostaat.
LET OP!
Voor de juiste temperatuur: breng de buitenvoeler op de
noordkant van het gebouw aan, waar de kans op
blootstelling aan direct zonlicht klein is. Doe dit niet in de
buurt van deuren, ramen of luchtuitlaten.
Bij gebruik als systeemapparaat wordt de externe voelerklem
gebruikt om een buitentemperatuurvoeler aan te sluiten, een
aanvoertemperatuurvoeler voor verwarmen-/koelenschakelaar
(vereist een communicatiemodule), een verwarmen-/
koelenschakelaar of een Comfort-/ECO-schakelaar. Gebruik de DIP-
schakelaars op de thermostaat om de functiemodus te selecteren.
SI0000134
1
3
2
SI0000135