Een communicatiekabel op de
ruimtethermostaat aansluiten:
2
1.
Steek de vier draden in de uitneembare, gemarkeerde (A, B,+
en -) aansluitingen op de ruimtethermostaat.
2.
Draai de schroeven aan om de draden vast te zetten in de
verbindingsklem.
3.
Zet de aansluitklemmen op de contactpennen op de
ruimtethermostaat.
Bevestig de ruimtethermostaat aan de wand
De ruimtethermostaat wordt geleverd als een set met schroeven,
pluggen en een montageplaat. Er zijn verschillende mogelijkheden
om de ruimtethermostaat aan de wand te bevestigen.
Montageplaat (aanbevolen)
2
Bevestig de thermostaat aan de wand met behulp van de
montageplaat, schroeven en pluggen.
42
|
Uponor Smatrix Base Pulse
1
3
A B + -
6 0
m m
1
3
|
Installatie- en bedieningshandleiding
Schroef en plug
Bevestig de thermostaat aan de wand met de schroef en plug.
Registreer de ruimtethermostaat op de
regelmodule
SI0000036
1. Ga naar de registratiemodus
3 s
Druk op de OK OK-toets op de regelmodule ingedrukt totdat de LED
van kanaal 1 (of het eerste niet-geregistreerde kanaal) rood knippert.
Voorzichtig!
De DIP-schakelaar in de thermostaat moet worden
ingesteld voordat deze wordt geregistreerd.
2. Selecteer een kanaal
CD0000004
Gebruik de knoppen < of > om de aanwijzer (LED knippert rood) naar
een voorkeurskanaal te verplaatsen.
3. Vergrendel het geselecteerde kanaal
SI0000018
LET OP!
Wij raden aan om alle kanalen voor de ruimtethermostaat
tegelijkertijd te registreren.
Druk op de toets OK toets om het kanaal voor registratie te kiezen.
De LED van het gekozen kanaal gaat groen knipperen.
Selecteer alle kanalen die moeten worden geregistreerd op de
thermostaat en ga door naar de volgende stap.
2
5
3
4
1
2
3
1
SI0000017
SI0000065
4
5
6
SI0000067
SI0000071