Maandelijks onderhoud
1
4
5
1 Maak de brandstoftank schoon.
2 Maak de buitenkant van de carburateur en de directe
omgeving van de carburateur schoon.
3 Maak het ventilatorwiel en de directe omgeving ervan
schoon.
4 Controleer het brandstoffilter en de brandstofleidingen.
Vervang indien nodig.
5 Controleer alle kabels en aansluitingen.
6 Controleer de koppeling, de koppelingveren en de
koppelingtrommel op slijtage. Vervang indien nodig.
7 Vervang de bougie. Zorg ervoor dat de bougie zog. radio-
ontstoring heeft.
8 Controleer het vonkenopvangnet van de geluiddemper en
maak het eventueel schoon (geldt alleen bij
geluiddempers met katalysator).
ONDERHOUD
2
3
7
8
– 21
Dutch