Onderhoudsschema
Hieronder worden algemene onderhoudsvoorschriften
opgesomd. Neem contact op met uw dealer indien u meer
informatie behoeft.
Dagelijks onderhoud
1
2
4
7
1 Maak de machine uitwendig schoon.
2 Controleer of de delen van de gashendel goed werken.
(Gashendelvergrendeling en gashendel.)
3 Controleer of de stopschakelaar werkt.
4 Controleer of de messen niet bewegen bij stationair lopen
of wanneer de choke in de startgasstand staat.
5 Maak het luchtfilter schoon. Vervang het indien nodig.
6 Controleer of het mes en de mesbeschermkap niet
beschadigd zijn en vrij zijn van barsten. Vervang het mes
of de mesbeschermkap wanneer deze stoten te verduren
hebben gehad of barsten hebben.
7 Controleer of de bouten en moeren en vastgedraaid zijn.
8 Controleer of er brandstof lekt uit motor, tank of
brandstofleidingen.
20 –
Dutch
ONDERHOUD
3
5
6
8
Wekelijks onderhoud
1
2
5
4
7
9
1 Controleer de starter, het starterkoord en de retourveer.
2 Controleer of de trillingsdempingselementen niet
beschadigd zijn.
3 Maak de bougie uitwendig schoon. Verwijder hem en
controleer de afstand tussen de elektroden. Stel de
afstand in op 0,5 mm of vervang de bougie. Zorg ervoor
dat de bougie zog. radio-ontstoring heeft.
4 Maak de ventilatorschoepen op het vliegwiel schoon.
5 Maak het vonkenopvangnet van de geluiddemper schoon
of vervang het (geldt alleen bij geluiddempers zonder
katalysator).
6 Maak de carburateurruimte schoon.
7 Maak de koelflenzen op de cilinder schoon en controleer
of de luchtlinlaat bij de starter niet verstopt is.
8 Vul het versnellingshuis met smeermiddel. Doe dit steeds
na ongeveer 20 bedrijfsuren.
9 Maak het luchtfilter schoon.
10 Controleer of de bouten die de messen bijeenhouden nog
goed vastzitten.
3
6
8
10