PROBLEEMOPLOSSING
Functie Zelfdiagnose
Dit product heeft een ingebouwde zelfdiagnosefunctie. Als er een fout optreedt, knippert het lampje van de
unit binnen met intervallen van 2 seconden. Neem wanneer dit gebeurt contact op met uw plaatselijke
dealer of servicecentrum.
Voor het bellen van de service
Controleer voordat u contact op neemt met het servicecentrum het volgende. Neem contact op met uw
plaatselijke servicecentrum als het probleem blijft bestaan.
Probleem
De airconditioner
werkt niet normaal.
De airconditioner
werkt niet.
Mogelijke oorzaken
Er komen een verbrandingslucht
en vreemde geluiden uit de unit.
Waterlekkage uit de unit binnen,
zelfs als het vochtniveau laag is.
De stroomkabel is beschadigd of
produceert veel hitte.
Een schakelaar,
stroomonderbreker (veiligheid,
aarding) of zekering werkt niet
goed.
De unit geeft via de zelfdiagnose
een foutcode.
De airconditioner is niet
aangesloten.
Er is een zekering doorgeslagen
of de stroomtoevoer is
geblokkeerd.
Er is een stroomstoring
opgetreden.
De spanning is te hoog of laag.
De airconditioner is automatisch
uitgeschakeld op een vooraf
ingestelde tijd.
De instelling van de batterij in de
afstandsbediening is niet
correct.
Oplossing
• Zet de airconditioner uit, trek de
stroomkabel eruit of koppel de
stroomtoevoer los en neem contact op
met uw installateur.
• Controleer of de stroomkabel in het
stopcontact zit of dat de stroomisolatoren
zijn ingeschakeld.
• Vervang de zekering of controleer of de
stroomonderbreker geactiveerd is.
• Zet de airconditioner uit wanneer er een
stroomstoring optreedt.
• Wacht 3 minuten nadat de stroom terug
is en zet dan de airconditoner weer aan.
• Controleer of de stroomonderbreker
geactiveerd is.
• Zet de airconditoner aan.
• Controleer of de batterijen correct in de
afstandsbediening geplaatst zijn.
• Vervang, als de batterijen correct
geplaatst zijn, maar de airconditioner het
nog steeds niet doet, de batterijen en
probeer opnieuw.
NL
33