Aan de slag met navigatie
Het navigatiescherm bedienen
Het navigatiesysteem toont allerlei informatie op het scherm.
Scherm met de kaart
1
2
3
4
5
6
1. Weergave van de klok
Toont de huidige tijd.
2. Kaart knop
Verandert het perspectief van de kaart.
Druk op [
], [
] of [
].
-
(naar boven (2D)): Geeft altijd
de richting van het voertuig weer
vooruitgaand in de richting van de
bovenkant van het scherm.
-
(van bovenaf (3D)): De kaart toont
altijd de basisweergave en details van
de omgevende wegen en algemene
omgeving.
7
8
9
-
(noorden boven (2D)): De kaart zal
altijd richting noorden wijzen, ongeacht
de richting waarin het voertuig zich
beweegt.
3. [
/
] knop
Past het navigatievolume aan. Raadpleeg
voor meer informatie pagina 30
("Navigatievolume").
4. Weergave van de schaal van de kaart
Toont de schaal van de actuele kaart.
28
5. Routebegeleiding
Toont de routebegeleiding naar de
bestemming wanneer de route ingesteld is.
6. [
] knop
Gaat naar menuscherm van de kaart.
Raadpleeg voor meer informatie pagina 31
("Algemene bediening van het kaartmenu").
7. Weergave van de aankomsttijd
Toont de geschatte aankomsttijd. Druk
om de informatie van de bestemming te
controleren.
8. Weergave van resterende afstand
Toont de resterende afstand tot de
bestemming. Druk om de informatie van de
bestemming te controleren.
9. Weergave van resterende tijd
Toont de resterende tijd tot de aankomst bij
de bestemming. Druk om de informatie van
de bestemming te controleren.