Bediening
Reinigingsmiddeldosering
Neem bij het doseren van reinigings‐
middel de aanwijzingen in acht die
vermeld staan op de verpakking van
het reinigingsmiddel.
Tenzij anders vermeld, doseert u een
reinigingstablet of, volgens de mate
waarin het vaatwerk vuil is, 20 tot 30
ml in vakje II. Wanneer het vaatwerk
erg vuil is, kunt u een kleine hoeveel‐
heid extra reinigingsmiddel in vakje I
doen.
Het is mogelijk dat bepaalde tablet‐
ten niet volledig oplossen wanneer u
het programma "Snel" (indien aanwe‐
zig) hebt gekozen.
Wanneer u minder reinigingsmiddel
gebruikt dan is aangeraden, is het
mogelijk dat het vaatwerk niet goed
schoon wordt.
42
Reinigingsmiddelen kunnen
brandwonden in neus, mond en keel
veroorzaken.
Adem geen poedervormig reinigings‐
middel in. Slik geen reinigingsmiddel
in. Ga direct naar de dokter wanneer
u een reinigingsmiddel hebt ingea‐
demd of ingeslikt.
Zorg ervoor dat kinderen niet met
reinigingsmiddelen in aanraking kun‐
nen komen. Mogelijk zijn er nog res‐
ten reinigingsmiddel aanwezig in de
afwasautomaat. Hou kinderen daar‐
om uit de buurt van de afwasauto‐
maat wanneer deze openstaat. Bo‐
vendien kunt u het reinigingsmiddel
beter pas toevoegen vlak voordat u
het programma start. Vergrendel ook
de deur met de kinderbeveiliging (af‐
hankelijk van het model).