Beschadiging van het apparaat
• Gebruik geen schurende of
bijtende middelen op de glazen
onderdelen (bijv. poeders,
ontvlekkers of metaalsponsjes).
• Gebruik eventueel houten of
plastic gereedschappen.
• Roosters en ovenschalen moeten
in de zijgeleiders worden
geplaatst tot ze niet verder
kunnen. De mechanische
veiligheidsblokkeringen die de
verwijdering van de roosters
voorkomen moeten naar
beneden en naar de achterzijde
van de ovenruimte gericht zijn.
• Ga niet op het apparaat zitten.
• Reinig het apparaat niet met een
stoomreiniger.
• Zorg er voor dat de openingen en
de spleten voor de ventilatie en
de warmte-afvoer niet verstopt
raken.
• Laat het apparaat niet onbeheerd
tijdens bereidingen waarbij vetten
en oliën vrijkomen die heet
worden en vlam kunnen vatten.
Besteed de grootst mogelijke
aandacht.
196
Waarschuwingen
• Brandgevaar: geen voorwerpen
• GEBRUIK HET APPARAAT
• Sproei geen spuitbussen in de
• Gebruik geen plastic vaatwerk of
• Plaats geen blikken of gesloten
• Verwijder alle ovenschalen en
• Bedek de bodem van de
• Plaats geen pannen of
• Bij gebruik van bakpapier moet u
• Gebruik de open deur niet als
• De recipiënten of de vleesroosters
op de kookoppervlakken
bewaren
NOOIT OM DE RUIMTE TE
VERWARMEN.
nabijheid van de oven.
recipiënten om voedsel te
bereiden.
recipiënten in de ovenruimte.
roosters die tijdens de bereiding
niet gebruikt worden uit de
ovenruimte.
ovenruimte niet met
aluminiumfolie.
ovenschalen rechtstreeks op de
bodem van de ovenruimte.
er voor zorgen dat de circulatie
van de warme lucht in de oven er
niet door wordt verhinderd.
steun door pannen of schalen
direct op het binnenglas te
plaatsen.
moeten binnen de omtrek van de
kookplaat geplaatst worden.