SYSTEEMINSTELLINGEN
Druk op de [OK] toets en volg de instructies in het instelscherm.
5
Sommige instellingen worden voorafgegaan door een selectievakje. Om een functie in te schakelen (zorg
ervoor dat er een checkmarkering verschijnt), druk op de [OK] toets. Als u de functie wilt uitschakelen, drukt
u nog een keer op de [OK] toets om het vinkje te verwijderen. Als u een instelling met een selectievakje wilt
configureren, gaat u naar stap 6.
Als u een andere instelling wilt gebruiken voor dezelfde functie, selecteert u
6
de gewenste instelling met de [ ] of [ ] toets.
Om een instelling voor een andere modus te gebruiken, drukt u op de [TERUG] toets (
modus. Als u de systeeminstellingen wilt afsluiten, drukt u op de toets [CA].
WAT U KUNT DOEN IN DE SYSTEEMINSTELLINGEN
De volgende instellingen kunnen in de systeeminstellingen worden geconfigureerd.
Sommige instellingen worden mogelijk niet weergegeven in het scherm van het apparaat of in de webbrowser van uw
computer. Sommige instellingen worden niet weergegeven vanwege de specificaties van uw apparaat en de
geïnstalleerde randapparatuur.
Menu
Systeminstellin.
36
Configureer de belangrijkste instellingen van het apparaat zoals datum en
papierlade-instellingen. U kunt de volgende instellingen configureren.
Beheer. # wijz.
Standaard instel
Kopieerapparaat
Printer
SCANNER
Faxen
Netwerk
Accountcontrole
Apparaatbeheer
Bedienings instel
Energie besparen
Lijst afdruk
Autom. kalibratie
Beveil. Instellgn
Overzicht
Met deze functie wijzigt u de PIN-code van de beheerder.
De standaardinstellingen voor de bediening van de machine
kunnen worden geconfigureerd.
U kunt kopieerinstellingen kiezen.
U kunt afdrukinstellingen kiezen.
U kunt scannerinstellingen kiezen.
U kunt faxinstellingen kiezen.
U kunt netwerkinstellingen kiezen.
Accountcontrole wordt gebruikt om instellingen voor
gebruikersauthenticatie te configureren.
Deze instellingen worden gebruikt om de instellingen van de
hardwarefuncties van de machine te configureren.
Deze instellingen worden gebruikt om verschillende instellingen
met betrekking tot het bedieningspaneel te configureren.
Deze instellingen worden gebruikt om energiebesparende
instellingen te configureren.
Deze instelling wordt gebruikt om lijsten en rapporten af te drukken
die uitsluitend worden gebruikt door de beheerder van de machine.
Door het afgedrukte testpatroon te scannen, kunnen tonen
automatisch gecorrigeerd worden.
De volgende instellingen zijn bedoeld voor beveiliging.
) en selecteer u de gewenste