T h e N e t h e r l a n d s
w w w . d t e . e u
5.6 Aansluiting overloopleiding
Sluit de aftap/overloop leiding (C+E) aan. De leiding dient een minimale diameter te hebben die
overeenkomt met de aansluiting op de CoolMaster. Om een goede uitstroom van het overtollige water
mogelijk te maken dient de leiding vrij te kunnen uitstromen in het open riool zonder dat hier
belemmeringen zijn voorzien. De lengte van de leiding dient minimaal te zijn. Tevens dient deze leiding,
gezien vanaf de aansluiting op de CoolMaster (C+E) naar beneden toe af te lopen.
LET OP! Voor machines gevuld met een mengsel van water en glycol (machines aangeduid met
CoolMaster (N)(NO)(NOF)(O)(OF)) mag het overtollige mengsel afkomstig uit aansluiting (E) niet
worden geloosd op het openbaar riool i.v.m. milieuregelgeving.
Sluit, indien aanwezig, overstort leiding (V) aan. Deze aansluiting is een afblaasbeveiliging van het die
enkel wordt aangesproken in ongewone extreme omstandigheden. Omdat verstikkingsgevaar kan
opleveren moet deze vrij kunnen uitstromen in de open buitenlucht op een positie waar het geen gevaar
kan opleveren! De leiding dient een vaste leiding te zijn met een maximale lengte van 20 meter die
voldoende afgebeugeld is en waarvan de minimale diameter overeenkomt met de aansluiting op de
CoolMaster (indien van toepassing)
5.7 Aansluiten elektrische voedingskabel
Let op! Werkzaamheden aan de elektrische installatie van de CoolMaster mogen alleen worden
uitgevoerd door een daartoe bevoegd vakbekwaam persoon.
Let op! De CoolMaster dient alleen aangesloten te worden op een rechtsdraaiend draaiveld.
Schakel de hoofdschakelaar en de werkschakelaar op het bedieningspaneel (G) uit.
Voer uw voedingskabel in via de daarvoor bestemde kabel-invoerwartel (F). Sluit uw elektrische
voedingskabel aan op de daarvoor bestemde aansluitklemmen.
Op welke klemmen de aders van de voedingskabel aangesloten dienen te worden, staat vermeld op
het bij de machine horende elektrotechnisch schema. Raadpleeg voor het juiste schemanummer het bij
de machine horende technische P&ID.
Voor de juiste aansluitspanning dient u de typeplaat te raadplegen.
Let op! Overtuig uzelf ervan dat de spanning, zoals die staat aangegeven op de typeplaat, ook de
gemeten netspanning is op elke fase.
Zeker zo belangrijk is ook dat de netfrequentie (50 of 60 Hz) overeenstemt met de typeplaat. De
spanning mag maximaal een afwijking hebben van +6% en - 10%, uitgaande van de spanning die
genoemd staat op de typeplaat.
Revisie nr.: D
20
Dutch Thermal Engineering n.v.
Westerbroekstraat 18
7011 EX Gaanderen
Phone :
+31(0)315-328311
E-mail :
info@dte.eu
Gebruiksaanwijzing - CoolMaster L-Cube Series
Specialist in:
Industrial
....Cooling
....Heating
....Tempering
....Heat Recovery
Pagina 20