REGELING
WEERSAFHANKELIJKE REGELING
INSTELLINGEN / CENTRALE VERWARMING / REGELING / REGELINGSTYPE
De weersafhankelijke regeling van de thermostaat werkt volgens een stooklijn die bepaald wordt
door dezelfde drie parameters. Als er gekozen wordt voor een vloerverwarmingssysteem zal de
stooklijn relatief vlak ingesteld worden en lagere temperaturen afgeven dan bij een systeem met
radiatoren en dezelfde buitentemperatuur.
De bepaling van de aanvoertemperatuur wordt gescheiden van de warmtevraag. Dit wil zeggen dat
de berekening wordt gemaakt met de instellingen op de thermostaat terwijl de warmtevraag nog
bepaald kan worden door de opwekker.
Standaard zal het 'vragend' zijn van de ruimtethermostaat, dus een doeltemperatuur die hoger
ingesteld staat dan de heersende ruimtetemperatuur, leiden tot een warmtevraag, die dan weer
beantwoord wordt door de regeling met een bij de op dat moment heersende buitentemperatuur
horende aanvoertemperatuur.
Valt de warmtevraag weg, dan zal de opwekker stoppen met verwarmen. Wanneer het gewenst
is dat er een continue warmtevraag met ruimtethermostaat-onafhankelijke aanvoertemperatuur
wordt aangeboden kan dit ingesteld worden op de warmteopwekker in installateursmenu "4.2.9 -
Warmtevraagmodus" of door een brug te plaatsen op het aan/uit contact van de opwekker.
Om de weersafhankelijke regeling te kunnen ge-
bruiken, moet wel een buitentemperatuur bekend
zijn. Hier kan via internet in worden voorzien of via
een fysieke buitenvoeler, aangesloten aan de warm-
teopwekker.
14
Het effect van het klokprogramma op de weersaf-
hankelijke regeling is dat de referentietemperatuur
waarmee gerekend wordt het schema kan volgen,
waardoor verschillende temperatuursniveau's voor
verschillende periodes op de dag ingesteld kunnen
worden.