REGELINGSINSTELLINGEN
REGELING
Mogelijkheden voor het instellen van het comfort in uw woning
INSTELLINGEN / CENTRALE VERWARMING
Zomer / Winterschakeling
Regelings instellingen voor de keuze tussen binnen- of de buitentemperatuur als referentiepunt:
Ruimteregeling of weersafhankelijke regeling
RUIMTEREGELING
INSTELLINGEN / CENTRALE VERWARMING / REGELING / REGELINGSTYPE
De ruimteregeling werkt met een lerend algoritme om op basis van ruimtetemperatuur, en met
invloed van andere variabelen, een aanvoertemperatuur te berekenen voor de opwekker.
Met deze variabelen wordt op de meest comfortabele en energie-efficiënte methode de gewenste
ruimtetemperatuur bereikt.
Belangrijke logica hierbij zijn drie centrale vragen die gesteld worden aan de gebruiker bij de
eerste opstart van de thermostaat:
•
Isolatieniveau
•
Afgiftesysteem
•
Inhoud woning/ruimte
Op deze basis wordt een startpunt bepaald waarop de regeling de snelheid van stijging van de
aanvoertemperatuur baseert, in combinatie met de bandbreedte waarbinnen aangevoerde warmte/
kou ook daadwerkelijk afgegeven kan worden.
Het kan zijn dat de woning die alleen is uitgerust met radiatoren beter presteert als deze is
ingesteld op 'vloerverwarming', of dat de woning goed geïsoleerd is, maar er baat bij heeft dat er
gekozen wordt voor slechte isolatie.
Een 'lage-temperatuurafgifte-systeem', een 'hoog isolatieniveau' en een 'groot type woning' zorgen
voor een lagere aanvoertemperatuur, terwijl de tegenovergestelde instellingen zorgen voor een
hogere temperatuur. Het is dus ook niet zo dat dit parameters zijn waarbij exact wordt aangegeven
dat zoveel m
Als de gewenste comforttemperatuur moeilijk of niet bereikt wordt, is het verstandig wijzigingen
aan te brengen in één van deze drie parameters of de minimumtemperatuur af te stemmen op het
afgiftesysteem.
Automatische schakeling die ervoor zorgt dat als de buitentemperatuur
(gedurende een ingestelde tijd, bijv. 300 minuten) boven de ingestelde
temperatuur (bijv. 20°C) komt, de warmtevraag voor CV wordt genegeerd.
Dit zorgt ervoor dat er in de zomerperiode niet onnodig wordt verwarmd
tijdens koudere perioden op de dag, terwijl het later toch meer zal opwarmen.
aan woninginhoud ertoe leidt dat het een grote, gemiddelde of kleine woning is.
3
13