3.
Klik op het tabblad Taakopslag.
4.
Selecteer een optie voor Modus Taakopslag.
Controleren en vasthouden: Er wordt één exemplaar van een taak afgedrukt,zodat u dit kunt
●
controleren. Hierna worden de volgende exemplaren afgedrukt.
Persoonlijke taak: De taak wordt pas afgedrukt wanneer u dit aangeeft op het bedieningspaneel van
●
het apparaat. In deze taakopslagmodus kunt u een van de opties voor Taak privé/beveiligd maken
selecteren. Als u een pincode aan de taak toewijst,moet u de vereiste pincode in het bedieningspaneel
opgeven. Als u de taak beveiligt,moet u de vereiste pincode invoeren op het bedieningspaneel.
Snelkopie: Het gewenste aantal exemplaren van een taak wordt afgedrukt en een exemplaar van de
●
taak wordt opgeslagen in het geheugen van het apparaat,zodat u de taak later nogmaals kunt
afdrukken.
Opgeslagen taak: Een taak opslaan op het apparaat en andere gebruikers toestaan de taak af te
●
drukken. In deze taakopslagmodus kunt u een van de opties voor Taak privé/beveiligd maken
selecteren. Als u een pincode aan de taak toewijst,moet degene die de taak afdrukt de vereiste
pincode invoeren op het bedieningspaneel. Als u de taak beveiligt,moet degene die de taak afdrukt de
vereiste pincode invoeren op het bedieningspaneel.
5.
Als u een aangepaste gebruikersnaam of taaknaam wilt gebruiken,klikt u op de knop Aangepast en voert u
de gebruikersnaam of taaknaam in.
Selecteer welke optie u wilt gebruiken als er al een andere taak bestaat met dezelfde naam:
Taaknaam + (1-99) gebruiken: Voeg een uniek nummer toe aan het einde van de taaknaam.
●
Bestaand bestand vervangen: Overschrijf de bestaande opgeslagen taak met de nieuwe taak.
●
6.
Klik op de knop OK om het dialoogvenster Documenteigenschappen te sluiten. Klik in het dialoogvenster
Afdrukken op de knop OK om de taak af te drukken.
Een opgeslagen taak maken (OS X)
U kunt taken op het apparaat opslaan,zodat u ze kunt afdrukken wanneer het u uitkomt.
NLWW
Afdruktaken opslaan op het apparaat om later af te drukken
57