Hostnamen gebruiken bij DNS (Domain Name Service)
Het systeem biedt ondersteuning voor DNS via een geïntegreerde DNS-resolver.
Het DNS-resolverprotocol communiceert met een of meer DNS-servers en zet het IP-adres
om in een bepaalde hostnaam of andersom (een hostnaam in een bepaald IP-adres).
Als u een IP-hostnaam wilt gebruiken voor het systeem, moet de systeembeheerder een
of meer DNS-servers en een lokale database met DNS-domeinnamen configureren.
Als u het systeem wilt instellen voor DNS, kunt u maximaal twee IP-adressen voor de
DNS-server opgeven.
DDNS (Dynamic Domain Name Service)
Het systeem ondersteunt Dynamic DNS via DHCP. U moet op het systeem DHCP hebben
ingeschakeld om te kunnen gebruikmaken van DDNS. Bovendien moet de DHCP-server in
het netwerk Dynamic DNS-updates ondersteunen via ondersteuning voor optie 12 of 81.
Neem contact op met uw netwerkbeheerder voor meer informatie.
1.
Start uw webbrowser.
2.
Geef het IP-adres van het systeem op in het veld Adres van de browser
(http://xxx.xxx.xxx.xxx) .
3.
Selecteer Properties (Eigenschappen).
4.
Selecteer de map Protocols (Protocollen) op de linkerzijbalk.
5.
Selecteer TCP/IP.
6.
Stel in het deelvenster BOOT/DHCP Settings (BOOT/DHCP-instellingen) de optie
BOOTP/DHCP in op ON (Aan).
7.
Voer de volgende DDNS/WINS-configuratiegegevens in om DDNS in te schakelen:
■
DDNS - stel deze optie in op ON (Aan).
■
Release Host Name (Hostnaam vrijgeven) - stel deze optie in op NO (Nee).
■
DDNS/WINS Name (DDNS/WINS-naam) - gebruik de standaardnaam die door
Xerox is opgegeven of voer een andere naam in.
■
Primary WINS Server (Primaire WINS-server (optioneel))
■
Secondary WINS Server (Secundaire WINS-server (optioneel))
8.
Klik op Save Changes (Wijzigingen opslaan) wanneer u alle configuratiegegevens
hebt ingevoerd.
WorkCentre® C2424-kopieerapparaat-printer
Verbindingen en TCP/IP (Internet Protocol)
6-7