E05
Overbelastingbeveiliging
E06
De hefsensor heeft geen signaal
Geen
beeld op
De schakelaar staat niet aan of is
de elektro-
nische
r
mete
ONDERHOUDSINSTRUCTIES
Het centreren van de loopband
OPGELET: ZORG ERVOOR DAT DE LOOPBAND NIET HARD WORDT OPGESPANNEN! Dit kan
verminderde motorprestaties en overmatige slijtage van de rol tot gevolg hebben.
Om de band te centreren:
● Plaats de loopband op een vlakke ondergrond.
● Laat de loopband aan ongeveer 5 km/u lopen.
● Als de band van de loopband naar rechts afwijkt, draai dan de rechter afstelbout langzaam (telkens per
kwartslag en wacht dan even af) naar rechts, hou de verandering van de band goed in het oog tot de
beschadigd
1. Het systeem kan de overbelastingbeveiliging aanschakelen
wanneer de belasting hoger is dan de standaardwaarde.
Herstart het toestel.
2. Een deel van de loopband is vastgelopen zodat de motor
niet kan draaien. Daardoor springt de overbelastingbeveiliging
aan. Stel de loopband bij en herstart hem of voeg smering toe.
3. Controleer of de motor geluid maakt bij het draaien of een
brandgeur verspreidt; vervang de motor.
4. Controleer of de controller een brandgeur verspreidt. Zo ja,
vervang de controller.
1. Controleer of de draden van het hefsignaal beschadigd zijn.
2. Controleer of de uiteinden van de hefsignalen stevig
verbonden zijn met de hefuiteinden op de controller.
3. Controleer of de hefsnoeren beschadigd zijn.
4. Controleer of de uiteinden van de hefsnoeren stevig
verbonden zijn met de hefuiteinden op de controller.
1. Controleer eerst of de overbelastingbeveiliging niet
aangesprongen is. Zo ja, druk erop.
2. Controleer de schakelaar, de overbelastingbeveiliging en
het snoer van de controller en de transformator om te zien of
ze correct verbonden zijn.
3. Controleer of de snoeren van de elektronische motor naar
de controller correct verbonden zijn. Verwijder de kap om de
verbindingspunten van ieder deel van de bedrading van de
elektronische meter naar de controller te controleren. Zorg
ervoor dat elk draadonderdeel correct verbonden is. De
oorzaak kan ook een defect van de communicatiedraad zijn.
Verbind in dat geval de draden opnieuw of vervang ze.
4. De transformator is beschadigd. Vervang de transformator.
- 16 -