• Aansluiten convectieset (optie) op convectieluchtuitstroom-openingen bovenzijde
haard:
° Plaats de kraagringen (2x of 4x) op de convectie-openingen.
° De convectieluchtslangen moeten uit onbrandbare vormbestendige materialen
bestaan.
° Plaats de fl exibele slang aan de kraagring.
• In een bereik van 30 cm naast en 50 cm boven de uitstroomopeningen in de schouw
mogen zich geen brandbare materialen bevinden (bijvoorbeeld geen houten plafond
en geen inbouwmeubels).
• De convectiemantel van de inbouwhaard moet rondom worden bekleed met een
10 cm dikke isolatielaag (gebruik keramische wol is toegestaan).
2.5 BOUWZIJDIGE EISEN
Inbouwhaarden moeten dusdanig worden ingebouwd, dat het verbindingsstuk van de
schoorsteen en convectieleidingen makkelijk gereinigd kunnen worden.
Binnen het inbouwbereik van de ingebouwde haard mogen zich in de wanden geen
elektrische-of gasleidingen bevinden.
Conform de bouwschriften (Duitsland) moeten leidingen voor verbrandingslucht in ge-
bouwen met meer dan twee bewoonde etages en leidingen die brandmuren overbruggen,
zo aangelegd worden dat vuur en rook niet naar andere etages of ruimten kunnen over-
slaan.
2.6 WARMTE-ISOLERENDE MATERIALEN
De te gebruiken warmte-isolerende materialen moeten voldoen aan bepaalde
kwaliteitsnormen. De fabrikanten van isolatiemateriaal vermelden op de verpakking
een isolatienummer van 10 cijfers, volgens AGI-Q132. Er mag alleen isolatie-materiaal
gebruikt worden, dat in nevenstaande tabel 1 is vermeld, of door DIBT (Duitsland) goed-
gekeurde alternatieven.
26
ENERGA 60-45 / ENERGA 70-55 / ENERGA 70-55 TUNNEL