B
EDIENINGSPANEEL
2
3
REF.
BESCHRIJVING
1.
Drukgevoelig scherm
Door op de van toepassing zijnde knoppen op het aanraakscherm te drukken, kunt u bepaalde
keuzes voor kopieer-, fax- en scanfuncties instellen.
Zorg ervoor dat het scherm niet beschadigd raakt door krassen afkomstig van scherpe of spitse
voorwerpen zoals een balpen.
2.
Contrastregelaar
Hiermee kunt u het schermcontrast naar wens aanpassen.
3.
Belangrijkste functieknoppen
COPY (Kopiëren): Door op deze knop te drukken, selecteert u de modus voor kopiëren op het
aanraakscherm. Hiermee kunt u het kopieerproces besturen. Documenten die u wilt kopiëren,
worden gescand in de scanner (documentglas of ADF) en de kopieën worden automatisch afgedrukt
in de printer.
FAX: Door op deze knop te drukken selecteert u de modus Fax verzenden op het aanraakscherm.
Hiermee kunt u het proces selecteren en besturen. Een document wordt gescand en de gescande
gegevens worden als fax verzonden.
SCAN (Scannen): Door op deze knop te drukken krijgt u toegang tot verschillende verzendmodi
op het aanraakscherm. Hiermee kunt u het proces selecteren en besturen. Een document wordt
gescand en de gescande gegevens worden verzonden: via e-mail in een bijlage naar een lokale pc,
netwerk-pc of USB-geheugenstick. U kunt een document ook vanaf een externe pc laten scannen.
PRINT (Afdrukken) Door op deze knop te drukken, selecteert u de modus voor afdrukken op het
aanraakscherm. Hiermee kunt u een opgeslagen opdracht of een gecodeerde opdracht selecteren en
afdrukken. Ook kunt u hiermee een lijst met alle onlangs afgedrukte opdrachten afdrukken of het
apparaat instellen op "offline".
4.
Knop RESET (STANDAARDWAARDEN)
Door op deze knop te drukken herstelt u alle standaardinstellingen van een geselecteerde functie.
Hierdoor beëindigt u echter niet de taken die op dat moment worden uitgevoerd.
5.
Knop HELP (STOPPEN)
Door op deze knop te drukken wanneer het groene lampje knippert wordt er Help-informatie op het
aanraakscherm weergegeven.
1
14
4
Overzicht van het MFP > 14
13
12
11
5
6
10
9
8
7